Just me...

Een dag begint. De avond valt. Seizoenen wisselen. Alles verandert... ...ik ook... ...Weet jij nog wie je was?
Posts tonen met het label redactie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label redactie. Alle posts tonen

donderdag, augustus 14, 2014

Throwback Thursday: College 'de Klop'

Dat waren de eerste artikelen die ik echt publiceerde voor een groot publiek. Ik durf te zeggen dat mijn journalistieke carrière is begonnen op College ‘de Klop’ en ik zal die lange middagen bij het stencilapparaat en de luide nietmachine nooit vergeten. Het rapen in de hal, de nieuwsgierige leraren, de leuke reportages en interviews… het is iets om met veel trots op terug te kijken. Het eerste deel van mijn Throwback Thursday’s sluit ik af met een overzicht van alle artikelen die ik voor de schoolkrant heb geschreven. En dan… tja, dan gaan we eens kijken naar alle stukken die ik voor mijn studie heb geschreven, maar die eigenlijk het klaslokaal bijna nooit hebben verlaten…

Het interview met Anton Geesink
10 vragen aan: Meneer van der Meer
College ‘de Klop’ Kinderboerderij
Kleuren en Bloemen
10 vragen aan: Meneer Hulsebosch
10 vragen aan: Meneer Vink
Greenpeace: de Rainbow Warrior gaat nooit verloren
Column: Agressiviteit, de wereld is er vol mee
De Open Dag 1994
De Schaatssponsortocht 1994
De leraar en agressie!
Een sportief interview met Johan de Kock
Wat deed meneer de Haan in het Belgisch Elftal???
De Open Dag 1995
Het Tineke Schouten Interview
College ‘de Klop’ presenteert: Romeo & Julia
De Eindexamenstunt 1995
Een laatste woord…

donderdag, augustus 07, 2014

Throwback Thursday: Afscheid van een tijdperk

Okay, zo lang deden we het nog helemaal niet. En zoveel nummers hebben we nu ook weer niet gemaakt. Maar toch was het een moeilijke beslissing om de Klop Courant vaarwel te zeggen. Door het eindexamen van mijn broer, de aanstaande verhuizing van een vriendin en het feit dat ik hard moest knokken om over te gaan van VWO 5 naar VWO 6 viel de redactie eigenlijk een beetje uit elkaar. En er waren op dat moment maar weinig gegadigden die mee wilden helpen. En ik wilde niets liever dan overgaan en het jaar erop mijn eindexamen doen. Uiteraard schreef ik nog een laatste woord… toch wel stiekem met een beetje pijn in het hart, want het was toch de afsluiting van een hoofdstuk.

Een laatste woord…

Dit is de laatste pagina van deze schoolkrant. En tevens de allerlaatste die ik zelf zal schrijven, omdat ik er mee op hout.
Ik hou er mee op, omdat ik volgend jaar mijn eindexamen jaar in ga en dan veel minder tijd zal hebben om nog een schoolkrant te vullen. En ik stop er ook mee, omdat met zijn tweetjes een schoolkrant volschrijven een onmogelijke taak is.
Ik heb zelf zeer veel plezier gehad met het schrijven en maken van ‘de Klop Courant’ en ik hoop dat degene die hem altijd gelezen hebben, plezier hebben gehad van ons werk.
Voor degenen die onze schoolkrant hebben gesteund: hartstikke bedankt voor de steun en de thee!
In deze schoolkrant nemen we ook afscheid van Henk de Nijs, onze illustrator, en van Willem (van de Fillem), die alle twee eindexamen hebben gedaan.
En natuurlijk meneer de Haan, heel hartelijk bedankt voor uw steun en begeleiding tijdens het schrijven, maken en ideeën opdoen voor de schoolkrant.
Dit is dus mijn laatste schoolkrant van mijn schooltijd op ‘de Klop’, ik hoop dat jullie van de schoolkranten hebben genoten!!!

Tot schrijfs!!!
Berry de Nijs
V5-2

donderdag, juli 31, 2014

Throwback Thursday: Eindexamenstunt

Het is vast nog steeds traditie op vele scholen – en waarschijnlijk ook op de school waar ‘de Klop’ uiteindelijk heen verhuisd is – en ik denk ook niet dat een examenjaar er zonder kan. Ik heb het natuurlijk over de eindexamenstunt. Die van onze lichting in 1996 bestond uit de hemel en de hel met een vol met brandweerschuin gespoten kantine kuil. Ik was een engeltje (uiteraard) en we gingen wat leraren naar de hemel of de hel sturen. Het was natuurlijk heel erg leuk. De eindexamenstunt van 1995 (de lichting van mijn broer) begon al in de vroege ochtend en natuurlijk moest ik daar ook wat over schrijven in de schoolkrant.

De Eindexamen stunt 1995
Tekst Berry de Nijs V5-2

Het was op vrijdag, 12 mei om precies te zijn. Alle leerlingen die het eerste uur les hadden zaten op de grond en stonden in groepjes bij elkaar in de garderobe, omdat we de kantine niet in konden. Overal hingen posters met de gezichten van leraren erop die eruit zagen als VIKINGEN. Ik had al zo’n idee wat er aan de hand was: de eindexamen stunt zou vandaag worden uitgevoerd.

Het eerste uur had ik godsdienst in lokaal 37. Toen we binnen kwamen, misten we een aantal stoelen. Dit hoorde ook bij de stunt, want een paar minuten later werd er omgeroepen dat de stoelen in lokaal 4, 14, 41, 44 en 71 stonden.
Dat was niet het enige wat we het eerste uur voor onze kiezen kregen: een paar minuten later hoorden we een luid gesis van de gang komen. Martin, een jongen uit mijn klas, ging wil even kijken en meldde ons dat de hele gang blauw stond van de rook. Rook? Ja, precies: rook.
Even na onze bevinding, werd de deur opengetrokken en Dimme en Mathijs, verkleed als Vikingen, spoten ook ons lokaal vol rook met een mini-rookmachine.
De pret begon voor de eindexamenkandidaten dus al vroeg.
Om kwart voor elf begon het dan echt. Tijdens economie werd de deur opengetrokken door een Viking, Tonnie, die riep: ‘ZUIPEN, VRETEN, VECHTEN!! NU IN DE KANTINE!’
Dus wij met zijn allen naar de kantine, waar het ook blauw stond van de rook, in het midden kon men een zwembad onderscheiden met daar een balk overheen. Alle eindexamenkandidaten die aan de stunt meededen, waren verkleed als Vikingen, compleet met helm en zwaard en knots.
Er werden twee leraren teams samengesteld, die moesten laten zien hoe goed ze konden vechten, zuipen en vreten om mee te mogen naar Walhalla waar de Vikingen gingen vechten.
Als eerste moesten de leraren ZUURKOOL eten wat eindigde in een zuurkool-food fight. Daarna gingen ze zuipen, je mocht pas drinken als leraar zijnde, als je de kaart die je zuigend aan een ander moest geven, liet vallen.
En toen moesten de leraren vechten. Op de balk boven het water moesten ze naar elkaar toe schuiven en elkaar daarna met knotsen van de balk af proberen te slaan. Dat was echt heel erg leuk om te zien. Mijn complimenten aan de leraren die allemaal zo SCHITTEREND ter water gingen.
Toen de stunt was afgelopen dook iedereen in het zwembad, met als gevolg: de hele kantine was NAT!
De leerlingen en leraren hebben duidelijk genoten van de stunt. Ik ook.
En tegen de jongens en meiden die ik ken en hun eindexamen hebben gedaan: Ik hoop dat jullie allemaal geslaagd zijn en ik zal jullie missen!!!
Allemaal veel succes op jullie nieuwe scholen en opleidingen, en bedankt voor die moeilijke klus voor de nieuwe eindexamenkandidaten volgend jaar. Wat voor een stunt moeten wij nu weer bedenken, zodat we jullie overtroeven?

donderdag, juli 24, 2014

Throwback Thursday: Romeo & Julia

Ieder jaar kon je bij ons op school genieten van een voorstelling van het schooltoneel. De laatste voorstelling waar ik voor de schoolkrant naar toeging was Romeo & Julia. Onze toneelgroep had een werkelijk spektakel in elkaar gezet, waarbij de kuil in de kantine wel heel erg goed van pas kwam. De vertolking van Romeo & Julia staat me van alle toneelstukken nog het meeste bij. Het was echt prachtig, vol kippenvelmomenten, hilarische momenten (ik had nog nooit twee schoolgenoten zo zien zoenen) en vooral goed acteerwerk van mijn lieve, leuke en gezellige klasgenoten… Ik was zeer trots en onder de indruk, maar ach, dat komt ook zeker naar voren in mijn reportage…

College ‘de Klop’ presenteert:
Romeo & Julia

Tekst: Berry de Nijs V5-2

Het is zaterdagavond, vanavond speelt de toneelgroep van ‘de Klop’ één van Shakespeare ’s bekende toneelstukken, namelijk Romeo & Julia. Het stuk dat wij te zien kregen, was een bewerking van dit liefdesverhaal.

Het verhaal speelt zich af in Verona, Italië, waar twee families als water en vuur tegenover elkaar staan. De jongeren uit twee families (de Capuletti’s en de Montacchi’s) pesten en vechten om de haverklap. De vader Andrei Capuletti (Henny Evers) huwelijkt zijn dochter Julia (Monique Baas) uit aan een edelman, Graaf Paris (Bastiaan van Leeuwen). Andrei besluit een feest te geven om Julia daar aan Paris voor te stellen. Op dit feest nodigt hij ook de Montacchi familie uit, die maar al te graag wil feesten. Het wordt een verzoeningsfeest. Andrei wil een einde maken aan de vete tussen de twee families en reikt Umberto Montacchi (Bart Essink) de hand, die het aanbod aanneemt. Dan vindt de leider van de Montacchi jongeren, Mercutio (Arnout Krediet) dat hij zich ook moet verzoenen met Tybalt (Ronnie van Kempen). En dat doen ze dan ook letterlijk met een kus.
Op dit feest is ook Romeo (Tjebbo Mulder) aanwezig. Hij kan zijn ogen niet van Julia afhouden en Julia niet van hem. Heel even krijgen ze de kans om met elkaar te dansen en ze kussen met elkaar, tot grote ergernis van beide moeders (Marian van de Voorn en Nellie Toonen), die de twee uit elkaar halen.
Die nacht ontmoeten ze elkaar weer. In deze nacht wordt de liefde en de band tussen hun heel erg sterk en vraagt Julia Romeo ten huwelijk. De volgende dag laten ze zich door Vader Lorenzo (Jan-Jaap Wijkhuizen) trouwen.
Maar hun geluk duurt niet lang: in een nieuwe ruzie tussen de jongeren van de beide families laat Tybalt Belinda (Ilse Miltenburg) bijna verdrinken. Mercutio schiet haar ter hulp en begint met Tybalt te vechten. Tybalt trekt zijn mes en steekt Mercutio neer. Dan wordt Romeo heel erg kwaad, hij trekt het mes uit Mercutio’s lichaam en steekt Tybalt neer. Romeo wordt schuldig bevonden aan moord verklaard en zijn straf is dat hij moet worden verbannen. Romeo is helemaal overstuur en vlucht naar Vader Lorenzo. Julia is ook zeer verdrietig en neem het, in een ruzie met haar ouders, voor Romeo op. Angelica (Marit Bender) gaat voor Julia op zoek naar Romeo. Ze vertelt hem dat hij vannacht naar Julia moet aan om haar te troosten. Dat doet hij. De volgende morgen moet hij dan echt weg.
De ouders van Julia vertellen haar dan dat zij op haar verjaardag moet gaan trouwen met Graaf Paris, maar dat wil ze niet. Na een hevige ruzie vlucht Julia naar Vader Lorenzo. Hij geeft haar een drankje dat iemand schijndood maakt. Hij zou een brief sturen naar Romeo en dan met hem wachten in de graftombe totdat zij ontwaakt, zodat zij samen kunnen vluchten.
Julia neemt het drankje in en wordt opgebaard in de graftombe. Romeo komt Belinda tegen en vaagt haar of ze een brief voor hem heeft. Die heeft ze niet en na lang aarzelen vertelt ze hem dan dat Julia dood is. Romeo gaat zo snel als hij kan naar de graftombe en schreeuwt om Julia, dan steekt hij zichzelf dood. Dan ontwaakt Julia en ze ziet Romeo dood naast haar liggen. Ze schreeuwt zijn naam, neemt het mes en steekt dan ook zichzelf dood.
Dat is het tragische einde van dit verhaal.

Het decor vond ik zeer goed verzorgd. Met een aantal bruggen en plateaus over het water. In de kuil in de kantine was een grote waterbak aangelegd, waarin ook geacteerd werd (vissen, zwemmen, elkaar achterna zitten).
Het element ‘water’ werd erg veel gebruikt, op het einde begon het boven Romeo en Julia zelfs te regenen. Het element ‘vuur’ ook. Vuur werd gebruikt in fakkels en in kleine bootjes die in de ontmoetingsnacht van Romeo en Julia in het water werden gelaten als sfeerverlichting.
Dit jaar deden er voor het eerst leraren mee: Henny Evers, Marian van der Voorn, Bart Essink en Nellie Toonen. Zij deden het erg goed, meneer Evers had een glansrol in de vorm van Andrei Capuletti. Deze rol stond hem wel. Ook de andere leraren deden het fantastisch, ik wist niet dat ze konden acteren.
Er werd ook veel gebruik gemaakt van muziek, die hard door de luidsprekers kwam. De muziek versterkte heel erg wat er gebeurde op het podium. Het licht was ook heel er goed.
Het zeer serieuze en tragische verhaal werd hier en daar op gefleurd met wat humor en zang. De zang was van Graaf Paris die Dromen zijn bedrog voor Julia op het feest zong.
Het acteerwerk was echt van hoge kwaliteit. Er werd zeer realistisch gespeeld en dat zorgde voor kippenvel bij Romeo’s NEE toen hij Julia in de graftombe zag liggen.
Ik heb echt zeer genoten van dit toneelstuk. Ik vond het schitterend en met mij nog een hoop anderen. Ik wil iedereen die aan het toneelstuk heeft meegewerkt mijn complimenten uitdelen. En jongens en meiden: Ga zo door!

donderdag, juli 17, 2014

Throwback Thursday: Tineke Schouten

Oh eM Gjie! Dat was mijn reactie – als deze populair zou zijn geweest in 1995 – toen ik hoorde dat Tineke Schouten het startschot zou komen geven bij de schaatssponsortocht. Ik bedoel… TINEKE SCHOUTEN! Daar zeg je toch genoeg mee. Anton Geesink was bijzonder, Johan de Kock was leuk, maar Tineke Schouten was hilarisch. Wat een leuk, normaal en gezellig mens. Hoewel ik met bonzend hart vroeg of ik haar een paar vragen voor de schoolkrant mocht stellen, stelde ze me met haar guitige ogen en vriendelijke glimlach meteen op mijn gemak. En ze wilde zelfs nog een stukje in het plat Utregs voor me doen.

Schaatssponsortocht 1995
Het Tineke Schouten interview
Tekst: Berry de Nijs, V5-2

Maandag 20 februari 1995, er schijnt een waterig zonnetje op de ijsbaan. Het is een mooie dag voor de sponsortocht. Overal in de school hingen de posters al: Tineke Schouten geeft het startschot. En mooi dat ik daar achteraan ging!

Artsen zonder Grenzen vindt ze een prachtig project, ze heeft veel respect voor dat wat die mensen doen: ‘Ik vind het heel goed dat er mensen met een bepaalde kennis zijn, die zich inzetten voor de minder bedeelden in de andere landen en daarvoor alles wat ze in Nederland hebben, tijdelijk opgeven. Daar heb ik een groot respect voor.’
De schaatssponsortocht vindt ze heel en goed. ‘Het is een goed voorbeeld en voor jullie ook gezellig,’ zegt ze lachend. Zelf vindt ze schaatsen een beetje eng, omdat ze bang is dat ze een been zal breken of zoiets en dan kan haar show niet doorgaan, wel gaat ze vaak met haar dochtertje mee die op deze ijsbaan schaatsles heeft.
Ze is benaderd door meneer Boekraad van aardrijkskunde, maar meneer van der Krogt (Nederlands) had haar adres en zodoende staat ze hier voor me. Ze krijgt heel veel aanvragen voor dingen en omdat maandag haar enige vrije dag van de week is, twijfelde ze of ze dat nou wel moest doen: ‘Maar Artsen zonder Grenzen spreekt me wel er aan en zeker zoals jullie school dat doet, dus voor mij is het een kleine moeite om het te doen.’

Eigenlijk had Tineke zangeres willen worden, maar dat pakte heel erg anders uit. Per toeval kwam ze in het cabaret terecht, wat ze eigenlijk nog veel leuker vond. ‘Zowel mooie liedjes zingen, als van tijd tot tijd gek doen. En achteraf ben ik blij dat het eigenlijk zo gelopen is.’
Ze vindt cabaret het mooiste werk wat er is binnen de showbizz: ‘Je eigen show, je eigen muzikanten en zowel mensen kunnen laten lachen als ontroeren met een liedje.’
Ik weet dat ze mooi kan zingen, maar wat vindt ze er nou van dat we alleen de carnavalsliedjes van Tineke op de radio horen en niet ook eens een mooi liedje? Ze geeft toe dat de Utrechtse liedjes op de radio ook wel gedeeltelijk haar schuld zijn: ‘Ik laat me toch steeds weer verleiden, ook door de platenmaatschappij, om Utrechts te zingen en de mensen vinden het leuk. En ik vind het zelf ook leuk om te doen, het is niet zo dat ik het met tegenzin doe, maar ik ben wel van plan om op zeer korte termijn eens een cd uit te brengen met mooie liedjes.’
Lenie, uit de Takkestraat weet je wel, is één van de bekendste typetjes van Tineke. Zij is zelf ook in Utrecht geboren, net als Lenie, maar haar ouders kwamen niet uit Utrecht, dus werd er thuis geen Utrechts gesproken, dat heeft ze zich later zelf aangeleerd. Lenie is uit de gein ontstaan toen Tineke iets had dat rijmde op ‘bouvier’. ‘En toen dacht ik “hé, dat kan ik er eigenlijk wel inschrijven”. Het is eigenlijk puur toeval allemaal.’
En ja ik kon er ook niet onderuit om Tineke te vragen om een goede raad aan de lezers te geven, maar dan wel in het plat Utrechts! Ze moest heel even nadenken en toen zei ze: ‘In ’t plaat Utregs waor, nou daan mot ik effe naodenke waor, nou jongens effe goe je bes doen op school, want nou ken je ’t effe maoken en as je laoter ouwer ben dan is ’t een bietje laastiger waor, danne mot je weer gaon leren en daor hebbie daan ook geen zin in, nou effe je bes doen.’
En toen wilde ik toch ook nog even weten of onze meneer Schouten van Duits nu familie van haar is. Ze dacht van niet, maar ze wilde wel weten of hij een aardige man is. Dan kon ik alleen met JA beantwoorden, en toe zei ze: ‘Dan is het familie van me!’

En dat was het einde van mijn interview, met een handtekening op zak en een aantal foto’s van mij en Tineke, ging ik op de schaats om geld bij elkaar te schaatsen voor Artsen zonder Grenzen.

donderdag, juli 10, 2014

Throwback Thursday: de open dag

Blijkbaar waren we zo druk (mijn broer deed dat jaar eindexamen) dat we gewoon nummer 6 hebben overgeslagen en daar nummer 7 van hebben gemaakt (maar zeker weten doe ik het niet). Het zou mijn laatste Klop Courant worden. Ik moest zo hard werken om van VWO 5 naar 6 over te gaan dat ik daar meer tijd in wilde steken dan in buitenschoolse activiteiten. Bovendien was er niemand die de krant op dat moment over wilde nemen, dus besloot ik mij te focussen op mijn repetities en uiteindelijk eindexamen en de schoolkrant – met pijn in mijn hart – vaarwel te zeggen. Maar niet voordat ik eerst een hele rits leuke artikelen had geschreven natuurlijk! Te beginnen met de open dag. Het is 1995 en er moesten nieuwe zieltjes worden gewonnen! En de razende reporters waren er uiteraard bij!

De Open Dag
Interviews: Samantha Bergman & Berry de Nijs
Tekst: Berry de Nijs

Het is zaterdag 28 januari. Vandaag is het een gezellige dag, wij gaan naar school. Ja, je leest het goed: we gaan naar school. En wel om onze school te promoten en om een mooi verhaal te kunnen schrijven voor de schoolkrant.
Het is weer ouderwets gezellig op school, overal zie je leraren en leerlingen lopen of zitten. En ook wij, Samantha en Berry, lopen rond door de school voor een goed verhaal.
Eerst gaan we eens bij meneer Verheugd kijken, die zeer verheugt is over de ouders die vroeger hun rijtjes netjes uit hun hoofd hadden geleerd en nieuwsgierig waren naar de boeken, die heel anders zijn dan vroeger.
‘Heeft u het al druk gehad vandaag, meneer Verheugd?’ vragen wij.
‘Eh ja, eigenlijk wel ja. Ik heb nog geen koffie gehad en ik weet niet of jullie nog in staat zijn om mij een kopje… nee ik haal het zelf wel even.’
Volgens mij was dit vorig jaar ook al dat leraren vroegen of wij koffie wilden halen, nou ja dat bewijst wel dat journalisten macht hebben om voor koffie te zorgen. Deze macht bewezen we toen meneer Hulsebosch bang voor ons wegliep, maar ons daarna toch wel vriendelijk ter woord stond.
Hij heeft al een hoop aardige kindjes gezien, waarvan hij gewoon zeker weet dat ze volgend schooljaar bij ons op school komen.
‘Ze komen hier gewoon op school,’ zegt meneer Hulsebosch vol vertrouwen, ‘ze hebben namelijk geen vrije keuze, we zeggen “Tot ziens in september” en dan komen ze gewoon!’ Hijzelf heeft het nog niet zo druk gehad, maar mevrouw Meurs wel. Zij speelt vandaag Triviant met de nieuwkomers, wat ze zelf heel erg leuk vindt om te doen. De Nederlands docenten zijn er tevreden over de route.

Meneer Vink vindt zijn eigen bruggers erg schattig. Hij doet de begingesprekjes en vindt het tot nu toe al erg gezellig. Ook meneer van Dongen vindt het erg gezellig bij zijn begingesprekjes. ‘Ik ga nu aan mijn derde gesprekje beginnen. Ik heb al twee keer 30 mensen gehad en ik hoop dat het er weer 30 worden,’ zegt hij met een brede glimlach.
Samantha en ik lopen de route af en komen dan bij meneer Hoppers in het lokaal. Hij heeft het al behoorlijk druk gehad en is erg blij dat er veel interesse is voor Levensbeschouwing. ‘De mensen willen graag weten wat er in Levensbeschouwing gebeurd en welke rol allerlei godsdiensten spelen. Dat vinden ze best belangrijk, blijkbaar.’
Dit is de eerste open dag van Farid, de nieuwe conciërge. Hij vertelt ons dat hi jal vroeg op school was om alles klaar te zetten voor vandaag. Maar hij vindt het wel heel erg gezellig.
Natuurlijk komen we meneer Schouten tegen in de kantine te midden van een aantal schaakborden. Zoals ieder jaar promoot hij zijn eigen schaakclub. Meneer Schouten heeft het, zoals gewoonlijk, er naar zijn zin op de open dag. Hij staat er om te laten zien dat er een schaakclub bestaat op ‘de Klop’, volgend schooljaar is de activiteitenmarkt erg belangrijk om nieuwe leden te werven.

In het muzieklokaal is meneer Goddijn erg druk bezig met… niets doen. Het is voor hem nog niet zo heel erg druk geweest, de mensen moeten nog komen. Nou, dan spelen Sam en ik toch even wat op de piano. Dan komt Michel Kanters binnen en als ik hem een paar vragen wil stellen, haalt ook hij zijn dictafoon tevoorschijn. Dus van vragen stellen kwam niet zoveel.
In de studiezaal is meneer van Wijk aanwezig. Hij is daar voor wiskunde, wat volgens hem een heel belangrijk en leuk vak is. Wij vragen hem naar de koffie, die dit jaar volgens hem wel goed geregeld is. ‘En een stukkie cake erbij, dat is ook heel erg belangrijk!’
Natuurlijk, maar Samantha en ik hadden een klein probleempje, niemand had wat te zeuren vandaag en al helemaal niets te klagen over de route. Maar we hoefden niet lang te treuren, want daar was meneer van Wijk met een klacht: ‘Het was hier heel erg koud vanmorgen. Ik wil best wel even kwijt dat meneer Karthaus voortaan de verwarming goed aan zet.’
Jippie, eindelijk iemand die iets te zeuren heeft. De schoolkrant gaat dit wel even uitzoeken. Na een korte wandeling van de studiezaal naar lokaal 22 komen we bij meneer Karthaus, die ons precies uitlegt wat er gebeurd is, waardoor meneer van Wijk het zo koud het vanmorgen.
‘Ja ik had een programmeer fout gemaakt. Waarschijnlijk heb ik het verkeerde knopje aangeraakt, waardoor hij op zondag is gesprongen in plaats van op zaterdag. En ik kwam vanmorgen hier en toen vroeg ik aan Lex (Hament, red.) “Is alles overal warm?” En hij zegt: “Ja, alles komt op temperatuur, dus alles is goed.”. En toen heb ik het niet meer gecontroleerd en toen ging ik om half 11 kijken en zag ik dat de studiezaal op zondag stond. En ik heb het hersteld, nu is het er warm.’
Wij zijn tevreden, we waren al bang dat er niets gebeurd zou zijn.

Daarna zijn we naar meneer van der Schaar gegaan, die, net als vorig jaar, vliegertjes uitdeelt. Hij vindt het niet zo erg dat hij achteraf op de route ligt, want een techniek lokaal moet altijd aan de buitenkant van het gebouw liggen in verband met het lawaai.
Bij verzorging zijn de leerlingen van Luc de Bruijn koekjes aan het bakken. Het is, volgens Luc, erg gezellig en druk.

We komen meneer Blaas tegen in het kantoortje van Lex Hament, waar hij het één en ander aan het doen is. Meneer Blaas heeft al een aantal gesprekjes achter de rug en is zeer tevreden dat ‘de Klop’ bij veel ouders school nummer één of twee is. ‘Maar zeg nou zelf, dit is toch ook een leuke school!’ zegt hij tegen ons. Daar kunnen wij alleen maar mee instemmen.
Ook meneer Samwel doet voorlichtingsgesprekjes. ‘Ik heb de school verkocht!’ zegt hij triomfantelijk. ‘Ik heb al drie maal een groep van 40 mensen gehad, dat is inderdaad meer dan meneer van Dongen, maar ik ben ook een grotere ouwehoer.’

En dan tot slot een opmerking van Samantha: ‘Het is onvoorstelbaar! Vorig jaar lag niemand goed op de route en dit jaar ligt iedereen ineens wel goed op de route! Echt onvoorstelbaar!’
Ik laat Samantha maar een van haar verbazing bekomen, maar ze heeft gelijk: we hebben dit jaar weinig zeurpieten over de route gehad, gelukkig maar.

donderdag, juli 03, 2014

Throwback Thursday: Belgisch elftal?

1994, schoolkrant nummer 5 en over naar VWO 5. Dit jaar betekende knokken, knokken en nog eens knokken om het jaar te gaan halen. Je merkt het meteen aan de schoolkrant. Ik schreef dit jaar veel minder, was meer bezig met het coördineren ervan (en natuurlijk de stencil- en raapuurtjes in de hal bij de conciërge) en met het uittypen van de stukjes die binnenkwamen via de kopijbus (jaja, het ging zo nu en dan een beetje lopen). Nummer 5 ging over idolen en werd voornamelijk volgeschreven door de andere redactieleden. En een stukje van mij… dat een klein beetje met het WK te maken had.

Wat deed meneer De Haan in het Belgisch Elftal???
Tekst: Berry de Nijs V5-2

Meneer de Haan, van beroep tekenleraar op College ‘de Klop’. Een fatsoenlijk man, soms een beetje warrig, maar daar hebben alle leraren weleens last van, en onze coördinator van de Klop Courant.
Een man die wij, de redactie, nog nooit op een sportdag hebben gezien. Wij hebben nog nooit geweten dat deze man ons zo kon shockeren.

MAAR WAT IS ER DAN IN HEMELSNAAM AAN DE HAND?? Zul je je wel niet afvragen. Nou dat zal ik je vertellen:

Meneer de Haan speelde in het Belgische Nationale Elftal tijden het WK voetbal.

Nou en dat is dus om te huilen. Lieve meneer de Haan had u niet een beter elftal kunnen kiezen? U bent een toffe leraar, maar dit hadden we nooit van u verwacht? Wat is er gebeurd dat u niet bij Dickie (Advocaat – red.) bent gaan spelen? En waarom het Belgisch elftal? Had u niet voor iets anders kunnen kiezen? Italië bijvoorbeeld of Griekenland of Noorwegen voor mijn part, met het Belgisch elftal…


donderdag, juni 26, 2014

Throwback Thursday: Johan de Kock

Het startschot voor de schaatssponsortocht werd dit jaar gegeven door de aanvoerder van FC Utrecht. Met knikkende knietjes stapte ik er met mijn vriendinnetje op af om te vragen of hij alsjeblieft een interview wilde doen. Het koste een paar ‘alsjeblieft’-jes, maar toen stemde hij toch in. We hadden maar kort, dus de vragen moesten snel gesteld worden. Het leverde nog een komisch tafereel op, want mijn vriendinnetje – een kop kleiner dan mij – die hanteerde de dictafoon en Johan… tja… die was erg lang. Dus ze moest soms haar arm erg strekken. Maar het leverde een leuk interview op, waar ik best wel trots op was.

Een sportief interview met:
Johan de Kock

Aanvoerder van FC Utrecht
Tekst: Berry de Nijs V4-2

Het is maandag 21 februari 1994. De jaarlijkse schaatssponsortocht wordt gereden. Het startschot wordt gegeven door Johan de Kock van FC Utrecht.
Hij vindt het een goede zaak om je voor een goed doel in te zetten. En hij vindt het leuk om het startschot te geven, anders was hij er niet geweest.
Johan was opgebeld door meneer Esayas (maatschappijleer) met de vraag of hij het startschot wilde geven.
‘En ik wilde dat graag doen,’ zegt de Kock. Ook vertelde hij dat meneer Boekraad (aardrijkskunde) nog langs was geweest op de training.
Zelf schaatst hij ook wel eens: ‘Maar ik heb nu niet zoveel tijd om zelf te schaatsen.’ (door de PTT Telecompetitie – red.) ‘Maar,’ zo gaat hij verder, ‘als ik tijd heb en als er ijs ligt, ga ik wel eens schaatsen.’
Voetballen is altijd zijn jongensdroom geweest, waar hij langzaam naar toe is gegroeid. Hij voetbalt al zeven jaar bij FC Utrecht, daarvoor speelde hij drie jaar bij FC Groningen en daarvoor bij de amateurs.
Johan de Kock heeft een keer in het Nederlands elftal gestaan. Ik vroeg of hij nog eens benaderd zou worden door Dick Advocaat. (Voor de niet-voetbalfanaten onder ons, Dick is de bondscoach van het Nederlands elftal – red.) ‘Ik hoop het wel,’ antwoordt Johan, ‘ik weet niet of het gebeurd, maar ik hoop het in ieder geval wel.’
Hij hoopt ook dat het Nederlands elftal het heel ver zal schoppen in Amerika.
En omdat het thema van deze schoolkrant agressie is, stel ik daar ook een aantal vragen over. Zoals over de agressiviteit onder de supporters: ‘Een beetje meeleven van supporters is leuk, maar dat moet niet overslaan in agressiviteit.’
En over wat FC Utrecht er aan doet: ‘Het Stadion (Galgenwaard, red.) is op zich heel veilig. De verschillende groepen van supporters worden er namelijk gescheiden.’
En of de agressiviteit minder wordt: ‘In het Utrecht stadion gebeurd er door middel van goede veiligheid al heel weinig. Maar alles wat er gebeurt is al te veel natuurlijk.’
En of hij zelf weleens agressief wordt, als er in het nadeel van FC Utrecht wordt gefloten voor een overtreding, terwijl er echt niets aan de hand was: ‘Agressief niet, boos wel.’
‘En tot slot, heeft u nog een sportieve raad voor onze lezers?’ vraag ik. Dit was zijn antwoord: ‘Aan sport doen is goed voor je lichaam en geest. Ik denk dat dat een goede raad is: Doe aan sport!’
Ik bedank hem en vraag nog om een handtekening, die ik ook van hem krijg. Hij gaat naar buiten en geeft het startschot, de sponsortocht begint en Johan vertrekt naar de training.

donderdag, juni 19, 2014

Throwback Thursday: veel vragen aan

In Klop Courant nummer 4 liet ik het concept van 10 vragen aan varen (en vervolgens zijn we daar ook niet aan aan toe gekomen), maar hebben we wel leraren geïnterviewd. Omdat het thema van het nummer ‘Agressie’ was, wilden we eens weten wat leraren daar nu van vonden. Samen met Samantha stelden we een aantal
Leraren dezelfde vragen, maar kregen ze ieder ook een persoonlijke vraag over agressie. Dat leverde verrassende antwoorden op, die ik vervolgens samenvoegde in een lang artikel vol quotes. Er gingen een paar dagen of weken over heen, maar dit was wel een van de leukste interviews met leraren, omdat we er zoveel gesproken hebben, in best wel korte tijd.


De leraar en AGRESSIE!
interviews : Berry & Samantha
tekst: Berry de Nijs, V4-2

Agressie! Tja, wat moet je daar nu over vragen aan leraren? Het duurde even en toen wist ik het: ik vraag het aan een aantal leraren! Ja, briljant idee!

Meneer Karthaus vertelde me dat hij agressie een heel menselijke reactie vindt. ‘Maar,’ zei hij, ‘het is niet iets dat je van jezelf of van anderen hoeft te accepteren.’ Meneer de Bruijn vindt dat hij als bioloog er heel wisselend over dacht, zelf vind hij zich niet zo’n agressief typje. Meneer van der Schaar zei: ‘Ja, dat vind ik een beetje moeilijke vraag om zo 1, 2, 3 te beantwoorden.’ Daar komen we zometeen nog wel bij terug.

Samantha trok haar stoute gympen aan en vroeg: ‘Meneer van Dongen, wat vindt u van agressiviteit?’ Ik ben er niet bij geweest, maar Jacques reageerde wel een beetje agressief, men kon hem aan de andere kan van de school horen toen hij schreeuwde: ‘Wat ik van agressiviteit vind?! Wat denk je wel brutaal nest!’ Toch raapte hij zich enigszins bij elkaar en antwoordde, weer volkomen kalm: ‘Nee, ik denk dat je altijd moet proberen je boosheid, en dat soort gevoelens, toch op een rustige manier naar buiten moet brengen. ‘ Geen wonder dat hij geen agressieve klassen kent.

Ik ging naar meneer Pennings, die overigens nooit agressieve leerlingen op zijn spreekuur krijgt, en hij vind agressiviteit slecht. En hij zei ook: ‘Agressiviteit is iets wat niet hoort tussen mensen.’

In de pauze zagen we Michel Kanters voorbij lopen in de kantine, wij gingen erachteraan en Samantha vroeg hem, zij was al weer bekomen van Van Dongen, wat hij nou van agressiviteit vindt. Dit was zijn antwoord: ‘Het mag, maar het moet wel teruggebracht worden naar normale proporties. En het moet niet uit de hand lopen.’

Meneer Bernhardt, die een tijdje geleden bij ons stage liep, vindt dat er twee soorten agressie zijn: ‘De slechte is als je het niet onder controle hebt, zoals een leraar of een leerling die er zomaar op los slaat ofzo, ik denk dat dat niet door de beugel kan. Af en toe denk ik dat je agressief moet zijn om jezelf staande te houden.’

Meneer van der Schaar zei, na lang nadenken: ‘Ik denk dat iedereen wel een hoeveelheid agressiviteit in zich heeft. Als je daaronder verstaat dat je met bepaalde gevoelens van onvrede rondloopt, die je op een normale manier kunt uiten. Als agressiviteit leidt tot het op elkaars gezicht timmeren of weet ik veel akelige dingen doen, dan kan ik daar weinig respect voor hebben. Maar ik kan me wel voorstellen dat, als je ergens mee zit, dat je daar dan last van hebt, maar je moet het dan wel pratend oplossen.’ Op de vraag of de leraren in de docentenkamer wel eens agressief zijn antwoordde hij: ‘Ik denk het wel, maar op onze school zitten docenten die, over het algemeen, goed met elkaar kunnen opschieten en als er onenigheden zijn, worden die altijd goed opgelost.’

Meneer van Osta vertelde me dat hij nog nooit agressieve leerlingen in de les heeft meegemaakt. ‘En als ik een brutale mond krijg, krijgen ze lik op stuk.’ Agressiviteit vindt hij niet nodig: ‘Ik vind dat omgaan met elkaar zodanig moet kunnen dat er geen agressiviteit bijkomt, zoals een brutale mond, is niet nodig, het kan zijn handtastelijkheden, maar het kan ook een manier van optreden zijn; iemand heel intimiderend tegemoet treden, dat vind ik ook een vorm van agressiviteit en die maak ik op school wel vaak mee en dat vind ik heel vervelend.’

Meneer Kanters zei, dat als er een agressieve leerling tijdens de gymles is, dat hij eerst maar eens rustig blijft en probeert er met die leerling over te praten, en dan probeert hij een oplossing te vinden.

Luc de Bruijn vroegen we of hij een agressief gerecht kende, maar hij zei: ‘Agressief gerecht?! Dat is wel een heel rare vraag hoor. Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik vind geen enkel gerecht agressief. Ik breng eten ook nooit in verband met agressie!’

En Richard Bernhardt vindt dat Public Enemy agressieve teksten heeft en zo best wel agressieve muziek maken. ‘Maar,’ zo zei hij, ‘agressie opwekkende muziek komt wel van de popgroepen van de rechtse Skinheads, zoals in Engeland en Duitsland, die wekken bij mij agressie op.’

En last but not least , Jan Zonderland. Op de vraag of hij een agressieve leraar is, antwoordde hij vol overtuiging Ja. En dit is zijn mening over agressiviteit: ‘Zolang je maar niet slaat, knijpt en schopt en gemene scheldwoorden uitroept, is het niet erg. Maar een beetje fel lesgeven, dat mag wel.’

Nou weten we hoe de leraren tegenover agressie staan.
En denk eraan: ’Agressiviteit is iets wat niet hoort tussen mensen!’


Illustratie © Henk de Nijs

donderdag, juni 12, 2014

Throwback Thursday De Schaatssponsortocht

Toch wel een van de leukste evenementen van het jaar: de Schaatssponsortocht. Hoewel veel leerlingen er erg over konden klagen dat er geschaatst moest worden, toog toch iedereen wel naar de ijsbaan om op de baan te stappen en rondjes te draaien voor het goede doel. In Klop Courant nummer 4 maakte ik een reportage over wat de leraren nu eigenlijk allemaal uitspookten tijdens de tocht zelf én interviewde ik de bekende Utrechter die het startschot kwam geven. Deze Throwback Thursday de reportage van de sponsortocht, uiteraard in guldens…

De Schaatssponsortocht
door: Berry de Nijs, V4-2

Een warm torentje…
Johan de Kock, je weet wel, die voetballer van FC Utrecht, gaf op maandag 21 februari 1994 het starschot. Hij stond daarbij op het ijs. ”PANG” (dat was het startschot) en iedereen gaat schaatsen. Meneer Hulsebosch, meneer Blaas en meneer de Bruijn verslaan de schaatssponsortocht vanuit een warm torentje. Meneer Boekraad doet een poging om het spandoek van Bob uit V6 op te hangen. Uiteindelijk lukt het hem, maar niet voor lang. En na nog een aantal verwoede pogingen blijft het dan scheef hangen.

Noors paspoort?
Er wordt wat omgeroepen door meneer Blaas, hij zegt: ‘Wil iedereen met een Noors paspoort NU de ijsbaan verlaten?’
Een paar minuutjes later waagt Luc de Bruijn zich uit het torentje en gaat aan de voet van het torentje staan met een microfoon; je mag bij hem de groetjes doen. Luc interviewt meneer Boekraad over Johan de Kock, terwijl meneer van Dongen ijverig zijn rondjes draait, net als een aantal andere leraren.
Er staan echter ook een aantal leraren aan de kant, namelijk meneer van Osta, omdat hij het niet kan, meneer Vink, omdat hij het niet mag vanwege zijn knie, meneer Esayas en natuurlijk meneer Hulsebosch.

Meneer Blaas, op de schaats!
Laatstgenoemde waagde zich later ook uit het torentje, samen met meneer Blaas, want hij ging ‘schaatsen’! Met vijf à zes bodyguards om hem heen ging hij maar liefst 2 hele rondjes! Toen kwam meneer van der Krogt nog even langs gesjeesd, hij had er al 12 gereden, en onze Editor in Chief, meneer de Haan, deed ook mee. En mevrouw Bus was, jammer genoeg, vergeten te tellen hoeveel rondjes ze had geschaatst.

Meer dan f 22.000,-
Er werd ook nog een foto gemaakt door iemand van ‘Kinderen in de Knel’. Dan schaatst iedereen zijn laatste rondjes en men wisselde schaatsen voor schoenen. Iedereen gaat terug nar school en gaf daar zijn of haar gereden rondjes op. Iedereen mag trots zijn, want iedereen heeft zijn uiterste schaatsbest gedaan en daarom hebben we maar liefst meer dan f 22.000,- opgehaald voor de Braziliaanse straatkinderen. Proficiat!

donderdag, juni 05, 2014

Throwback Thursday: De Open Dag 1994

Ieder jaar zijn er basisschoolkinderen die samen met hun ouders op zoek gaan naar de juiste middelbare school. Dat betekent dus Open Dagen aflopen, sfeer proeven, leraren ontmoeten en natuurlijk kijken wat er te doen is aan buitenschoolse activiteiten. Als echte persmuskieten waren wij (ik en mijn vriendinnetje Samantha) natuurlijk aanwezig om verslag te doen van deze Open Dag in 1994. Tot groot genot van de leraren die blij waren om ons te zien – althans dat denk ik wel. En dat leverde een gezellige reportage op, vol hilarische momenten en leuke gesprekjes met leraren.

De Open Dag
door: Berry de Nijs, V4-2

In de vroege morgen…
Het is zaterdag 29 januari 1994. Om 10 uur was het al lekker druk op school en ook de redactie van de Klop Courant is aanwezig. De laatste voorbereidingen worden getroffen en dan kan het feest beginnen.
Om half 11 komen de eerste ouders uit de ontvangstlokalen. Het is meteen gezellig.
Samantha en ik gingen even langs Wiskunde, want op het bord stond dat er boven koffie zou zijn, dus gingen we naar boven. Daar spraken we Peter van Wijk. We vroegen hem of er al koffie was. Hij zei van niet, maar er was wel al koffiemelk! En hij vroeg ons of wij voor koffie konden zorgen.

Promotor?
Toe wij naar onze stek in het tekenlokaal gingen, kwamen we langs lokaal 26. Voor die deur stond een vrij benige man met een sigaret in zijn mond en een stuiver in zijn hand, zeker de promotor van Bart Essink die in dat lokaal was.
In de kantine vroegen we aan een aantal ouders en kinderen wat ze van onze school vonden. Hier komen een aantal reacties, die over het algemeen allemaal positief waren:
* prima, rustig, goede ontvangst, leuk verzorgd, er is over veel dingen nagedacht;
* goede school, groot interessant, perfect, gezellig, best wel groot;
* leuke manier van leren, goede uitleg, aardige leraren.

Werken op zaterdag!
Er werd door sommige leraren wel geklaagd over waar ze op de route lagen, vooral door meneer van Wijk, meneer Terbeek, meneer van der Schaar en mevrouw Hortense Otten. Meneer Henk Vink klaagde over het feit dat hij moest werken op zaterdag, maar de sectie wiskunde deed wel wat aan het feit dat ze achterin de route lagen.
Maar naast al dat geklaag was het wel behoorlijk gezellig en druk en daardoor vergat men zijn of haar zorgen en stroopte de mouwen op om verder te gaan met zijn of haar bezigheid.
Meneer Terbeek vond het leuk dat er zoveel ‘enthousiaste leerlingen’ waren en meneer Gruter zei dat het op een gegeven moment storm liep. Meneer van ’t Klooster vond het leuk, maar wel ‘heel erg druk’, en mevrouw Vlierbergen Eversen, die aan het begin van de route stond waar alle ouders en toekomstige brugklassers binnenkwamen, zei: ‘Het was heel erg druk en ik heb heel veel leuke reacties gehad.’
Mevrouw Kok vertelde ons dat ze vooral veel ouders met twijfels over Latijn en Grieks had gehad en mevrouw Staffhorst zei dat het vooral ‘onvoorstelbaar druk’ was geweest en dat ze ‘iets minder concurrentie van scheikunde hebben gehad’.

Het ontbreken van appeltaart!
In de bibliotheek was het niet zo druk, maar bij meneer Schouten wel; hij promootte de Schaakclub. Bij hem liep het na 12 uur storm.
Het is bijna het einde van de open dag, iedereen begint met opruimen.
Onze mening: het was heel gezellig, ook waren we doodmoe van al dat rondjes lopen, maar we hadden nog net kracht genoeg om nog een keer de trap op te lopen om aan Peter van Wijk te vragen hoe de koffie was. Dit is wat hij antwoordde: ‘De eerste pot was lekker, de tweede te sterk en de appeltaart ontbrak!’

Dit was het einde van een gezellige open dag!


Samenvatting van de Open Dag door Henk de Nijs

donderdag, mei 29, 2014

Throwback Thurday: mijn eerste column

We schrijven 1994, Klop Courant nummer 4. Dit nummer staat geheel in het teken van Agressie! Want zeg nu zelf, dat is een universeel thema en we hebben er dagelijks mee te maken. De redactie van de Klop Courant is dit nummer aardig uitgebreid, al is het nog steeds lastig om medescholieren zover te krijgen dat ze hun medewerking verlenen. Leraren daarentegen doen graag mee (zoals je de komende donderdagen zal gaan merken). Voor dit nummer schreef ik als hoofdredacteur voor het eerst een column! Het beloofde er een van vele te gaan worden – al wist ik dat op dat moment nog niet.

Agressiviteit, de wereld is er vol mee!
door: Berry de Nijs, V4-2

Agressiviteit, wat is dat eigenlijk? Is dat de manier waarop je reageert als iemand je uitscheldt, door meteen te gaan slaan? Of is het een soort hebzucht of jaloezie? Is dit goed of is dit slecht? Dat zijn vragen die ieder voor zich moet beantwoorden. Ik denk wel dat er twee soorten agressie zijn: de goede en de slechte agressie.

Goede agressie is volgens mij een soort fanatisme. Kijk maar naar sporters: de meeste zullen er op gebrand zijn te winnen en stellen zich dan een beetje agressief op. Hoe bedoel je dat? Dat agressief opstellen? Dat zal ik vertellen: ze zullen zich wat hard maken, ze laten zich niet passeren en sommige voetballers zullen zelfs een overtreding maken om te kunnen winnen. Andere sportmensen zullen er een extra schepje bovenop doen, door zich helemaal te geven en dan het onderste uit de kan halen om te winnen en meestal lukt dat dan ook.
Goede agressie is ook te vinden bij politici en andere zakenmensen. Zij moeten vaak stellingen verdedigen en dan moet je goed op je tegenwoord in kunnen gaan. Je moet fel zijn en doorzettingsvermogen hebben.
Ik denk dat alle mensen wel een beetje agressief mogen zijn, maar dan wel op de goede manier.

Anders krijg je de slechte agressie, zoals die van alle strijdende partijen in het voormalig Joegoslavië. En dat is volgens mij niet goed. Natuurlijk wil iedere partij winnen, maar de manier waarop dat gebeurd is niet de juiste, dit zal nooit de juiste zijn en dit zal nooit de juiste worden. Maar daar is nu eenmaal niets aan te doen, daar moeten de mensen zelf een oplossing voor zoeken.
Ook is er in de sport een vorm van slechte agressie te vinden. Zoals die ik bij het overtredingen maken noemde. Als een voetballer expres iemand het ziekenhuis in trapt, omdat hij wil winnen met zijn ploeg, dan is dat verkeerde agressie. Kleine overtredingen, zoals aan het shirtje vastpakken en van de bal afhouden zijn niet pijnlijk en behoren tot de goede vorm van agressie, die van het gebrand zijn om te winnen.

Iedereen is weleens een tikje agressief, al is het alleen maar om je staande te houden in deze wereld vol agressiviteit. Wat dat is weet ieder voor zich. Maar zorg er wel voor dat jouw agressie niet de verkeerde is, want anders blijven we met alle ellende zitten.


Illustratie © Henk de Nijs

donderdag, mei 22, 2014

Throwback Thursday: You can't sink a rainbow

Zoals ik vorige week al vertelde, stond Klop Courant nummer 3 in het teken van het milieu. We ontvingen een ingezonden stukje in de kopij bus over het Wereld Natuur Fonds. Dit vulde echter maar een halve pagina en omdat een andere milieuorganisatie mij ook heel erg aansprak, besloot ik een klein stukje te schrijven over Greenpeace. En dan met name over The Rainbow Warrior. Ach wat zal ik zeggen… mijn liefde voor de natuur zat er al jong in :D

GREENPEACE, de Rainbow Warrior gaat nooit verloren
tekst & tekening door: Berry de Nijs

Op 15 mei 1978 ging Greenpeace hun allereerste actie voeren tegen de IJslandse walvisvaarders. En in datzelfde jaar gingen ze naar de Spaanse westkust om daar ook de walvisjagers te verjagen, door met hun rubberboten in de vuurlinie van het harpoenkanon te gaan varen. Beide acties hadden succes!
In 1985 werd de Rainbow Warrior gebombardeerd door Frankrijk. Men dacht dat ze van dit schip af waren, maar niets was minder waar. Kort na de aanslag kwam er een schip met dezelfde naam als de eerste: Rainbow Warrior.
Het nieuwe schip pakte de draad weer op waar de eerste Rainbow Warrior hem moest laten vallen. Ze begon haar Greenpeace-loopbaan met een grote reis langs diverse Europese en Amerikaanse havens. Daarna ging ze naar de Pacific, de Grote Oceaan, om actie te voeren tegen kernproeven, het vissen met drijfnetten en ter bescherming van de koraalriffen.
Greenpeace heeft weer een Rainbow Warrior: you can’t sink a rainbow! (je kunt een regenboog niet laten zinken!)

donderdag, mei 15, 2014

Throwback Thursday: 10 vragen aan

Het is nog steeds 1993, maar Klop Courant nummer 3 komt uit wanneer ik inmiddels 15 jaar ben, iets meer durf met mijn artikelen en we themanummers willen gaan maken. Geen allegaartje van artikelen, maar een rode draad waarbij we proberen onze medeleerlingen op school te stimuleren om ook nog eens wat in de kopij bus te stoppen. Zo nu en dan lukte dat wel. Erg leuk om stukken van anderen uit te typen. Maar ook om leraren aan de tand te voelen over agressie en het milieu. Nummer 3 stond in het teken van het milieu. De 10 vragen aan werden daarom ietsjes aangepast. Dit nummer zat ik met mijn favoriete Wiskundeleraar aan de tafel: Meneer Vink. Als gefrustreerde brugpieper was mijn lust voor wiskunde al snel de grond ingeboord – en wie me kent weet dat cijfertjes niet altijd mijn vriendjes zijn – maar dankzij meneer Vink kreeg ik er weer zin in – en belangrijker nog, weer geloof in mezelf. Toch fijn, zulke leraren die met een dosis humor en veel, heel veel geduld lesgeven.

Door welke leraar is ineens het fileprobleem bij Oude Rijn opgelost? En welke leraar is slordig met papier? En wie weigert plastic boodschappentasjes? En wie vindt huilende brugklassers schattig? En waarom doen leraren niet mee aan ‘Zeg eens Eeeh…’? Je leest het hier in…

10 vragen aan: Meneer Vink, leraar Wiskunde
door: Berry de Nijs – V4-2

Dinsdagmiddag het 8ste uur. Ik ga naar lokaal 6, want ik heb een afspraak met meneer Vink. Nee, ik hoef niet na te blijven. Ik heb een interview met hem voor onze Klop Courant.

1. Hoe lang geeft u hier al les?
Meneer Vink: ‘Op deze school? Ehm… 18 jaar.’

2. Komt u wel eens te laat? En zo ja, waarom?
Meneer Vink: ‘Ik kom heel soms te laat en dan komt dat doordat ik in de file heb gestaan. Een jaar of 5 geleden was er steeds file bij Oude Rijn door verbouwingen. En als ik nu wel eens te laat in de les kom, komt dat doordat ik koffie sta te halen of omdat ik sta te kletsen.’

3. Wat vindt u van uw medeleraren?
Meneer Vink: ‘Wat een rotvraag!’ Er wordt lang nagedacht, er wordt gewikt en gewogen en tenslotte komt het antwoord: ‘Je kan eigenlijk op twee manieren naar mensen kijken. Gewoon als mensen en als leraren. Ik heb ontzettend veel vrienden hier op school. Ik doe veel met ze, ook na schooltijd. Het samenwerken tussen medewiskundeleraren loopt als een trein. Ik zit graag op school.’
Zit er concurrentie tussen?
Meneer Vink: ‘Totaal niet. Ik ben toch de beste van het stel, dus het maakt toch niet uit.’

4. Was u vroeger goed in wiskunde?
Meneer Vink: (grinnikt) ‘Jazeker. Ik had en 10 op mijn eindexamen. Is dat goed genoeg?

5. Vind u uzelf een strenge leraar?
Meneer Vink: ‘Nee, sommige leerlingen vinden van wel en dat snap ik niet.’

6. Wat zijn uw hobby’s?
Meneer Vink: ‘Ik heb twee hobby’s waar ik veel tijd aan besteed. Bridgen en volleybal.’

7. Als u mocht kiezen, welk dier zou u dan willen zijn en waarom?
Meneer Vink: ‘O…wat zou ik dan willen zijn? Ja, daar kan ik niet omheen, een VINK natuurlijk. Dat kan niet anders, dan ben je heerlijk vrij en buiten. Dan kun je fladderen en mooi zingen, wat ik nou niet kan. En je bent niet zo zwaar, zoals ik nu ben. Dat zijn allemaal fijne dingen.’

8. Weet u een leuke anekdote?
Meneer Vink: ‘De leukste is nog altijd die van de huilende brugklasser. Ik vertelde toen die mop van de drie konijntjes op het drielandenpunt. Een Duits, Hollands en Belgisch konijntje zaten met hun pootje in de val. Het Duitse konijntje bijt een pootje af en is vrij. Hij rent naar de bomen. Het Hollandse konijntje denkt: “Dat kan ik ook”, en ook hij bijt een pootje door en rent naar het Duitse konijntje. Daar gaan ze op het Belgische konijntje zitten wachten. Na een aantal uren gaan ze maar eens kijken, want ze horen hem huilen. Het Hollandse konijntje vraagt: “Wat is er?” Zegt het Belgische konijntje: “Nu heb ik drie pootjes doorgebeten en nou ben ik nog niet vrij!” En het leukste vond ik toen dat er een meisje uit de brugklas begon te huilen, omdat ze het zo zielig vond. Dat vond ik toch zo schattig.’

9. Wat doet u aan het milieu op school?
Meneer Vink: ‘Nou ik ben een sloddervos. Mijn ergste kwaal is dat ik teveel papier gebruik. Daar zijn we nou mee bezig, met het terugdringen van het papiergebruik.’
En thuis?
Meneer Vink: ‘Dan ben ik heel netjes. Gescheiden afval, eigen boodschappentas, dus geen plastic tasjes en zulk soort dingen. En… eh… chemisch afval keurig wegbrengen.’

10. Heeft u nog een goede raad of een goed advies voor onze lezers?
Meneer Vink: ‘Een goede raad? Tsjonge dat is wel weer een moeilijke vraag. Nou ik vind dat je van je schooltijd iets leuks moet maken, want als je lol hebt, gaat alles beter, zelfs leren!’

Dat was weer een goed advies, het lijkt wel of ze elk jaar beter worden…


Illustratie © Henk de Nijs

donderdag, mei 08, 2014

Throwback Thursday: 10 vragen aan

Het tweede nummer van de Klop Courant bevatte uiteraard weer een ouderwetse ‘10 vragen aan’. Dit keer interviewde ik Meneer Hulsebosch, leraar Nederlands. Ik had zelf geen les van hem, maar kende hem wel van bijvoorbeeld buitenschoolse activiteiten. Ook kwam hij altijd even kijken als we met de Klop Courant bezig waren (dat deden wel meer leraren die bijvoorbeeld wilden weten of ze al in de top 10 Best Geklede Docent stonden bijvoorbeeld) en mijn broer had les van hem. Dus vroeg ik of hij het leuk vond om geïnterviewd te worden door mij voor de schoolkrant, en ja… dat wilde hij wel. Een van de leukste en meest karakteristieke leraren van De Klop (naar mijn mening dan) en dat leverde een heel leuk gesprek op. Met toelichting: de zesde klas is nu de huidige groep 8.

10 vragen aan: Meneer Hulsebosch
door: Berry de Nijs

Het is woensdag 12 mei. Normaal heb ik het eerste uur vrij, maar vandaag niet. Vandaag heb ik het eerste uur een interview met meneer Hulsebosch. Ik ontmoet hem in de kantine en even later zitten we op een bankje voor de school…heerlijk in het zonnetje…

1. Meneer Hulsebosch, hoe lang geeft u hier al les?
Meneer Hulsebosch: ‘Dat moet ik even uitrekenen. Ik ben hier in 1972 aangekomen. Ik denk 20 jaar. O nee…’ Dan mompelt hij iets in zichzelf en komt dan tot de conclusie: ’20 jaar, denk ik.’

2. Komt u weleens te laat?
Hulsebosch: ‘Ik kom nooit te laat! Nee, daar ben ik een enorme tut in, maar ik kom nooit te laat. Ik ben wel vaak ziek, maar ik kom nooit te laat. Dat vind ik zo’n beetje het ergste wat er is. Maar dat ligt aan mij hoor.’

3. Wat vindt u van uw medeleraren?
Hulsebosch: (lange stilte) ‘Ai, eh… verreweg de meeste daar kan ik heel goed mee opschieten.’
Zit er concurrentie tussen?
Hulsebosch: ‘Nee, er is geen concurrentie, er is wel een zogenaamde strijd tussen meneer de Vries en mij, zo van een club Hulsebosch aanhangers en een club de Vries aanhangers. Maar dat is gewoon door meneer de Vries en mij aangewakkerd.’

4. Was u vroeger goed in Nederlands?
Hulsebosch: ‘Ik heb in de zesde klas heerlijk geslapen onder Nederlands. Ik was er wel goed in, ik had ook altijd wel een 8, maar ik heb heerlijk geslapen, want het was ontzettend saai.’

5. Vindt u uzelf een strenge leraar?
Hulsebosch: (stilte) ‘Nou, dat is heel gek, het lijkt van niet, maar ’t is van wel. Eh… het lijkt heel aardig enzo, maar er gebeurt toch voor 90 of meer procent wat ik wil. En dan ben ik in dat opzicht wel streng.’

6. Wat zijn uw hobby’s?
Hulsebosch: ‘Oh God, ik heb er wel een hoop hoor.’ (stilte) ‘Mijn hobby’s zijn: muziek, lezen, naar sport kijken op t.v., ik heb vroeger veel getennist maar dat doe ik op ’t ogenblik niet meer, eh… lekker eten, rode wijn, pijp roken en wat ik ontzettend graag die is in de vakantie in de bergen rondtrekken.’

7. Wat is uw lievelingseten en waarom?
Hulsebosch: (zonder lang na te denken) ‘Nieuwe Haring met Jonge Jenever, want ’t smaakt ontzettend lekker.’

8. Als u mocht kiezen, welk dier zou u willen zijn en waarom?
Hulsebosch: (lacht) ‘Ontzettend leuke vraag. Wat zou ik willen zijn? Ik zou het liefst een olifantje willen zijn, omdat ze ontzettend gezellig en sociaal denkend zijn. ze hangen aan elkaar en ze zijn niet agressief, alleen als ze geprikkeld worden. Dat vind ik ontzettend leuke dieren, echt leuk ja.’

9. Weet u een leuke anekdote?
Hulsebosch: (lacht) ‘Oh God, welke, welke? Ik weet het niet meer hoor.’ Hij denkt diep na, momeplt weer iets over jaartallen en dan komt het antwoord: ‘In 1982 hebben een aantal van mijn collega’s geprobeerd mijn les geheel in de war te schoppen. Ik had toen een buitengewone brave brugklas. Eerst kwam mevrouw Arns, die nu van school is, binnen en zei: “Meneer Hulsebosch u zal wel een kopje koffie lusten.” “O ja hoor,” zei ik. Ik was met grammatica bezig in de brugklas en ik mompelde: “Zin 2.” En dat moesten ze dan opschrijven. Een minuut later kwam Kees Blaas: “Meneer Hulsebosch u zal er ook wel suiker in willen hebben.” “O, zeker meneer Blaas,” zei ik. “Jongens heeft iedereen zin 2, dan herhaal ik hem nog een keer.” Binnen 10 minuten hadden ze alle planten uit de lerarenkamer gehaald en die in een halve cirkel om mijn lessenaar heen gezet, dus ik zag geen kind meer. En ik mompelde gewoon tussen die blaadjes door. En die kinderen bleven dus gewoon doorgaan. achter mij werd op ’t bord geschreven: IK BEN DE BESTE, O WAT BEN IK GEWELDIG! Reageerde ik ook niet op. Toen werd er een stoel gehaald met van die draaipootjes, want ik zat zo ongelukkig. En dit gebeurde wel eens vaker.’

10. Heeft u og een goede raad voor de lezers?
Hulsebosch: ‘Ik vind dat ze zo moeten blijven zoals ze zijn.’

En dat noem ik nog eens een goed advies. We hebben bijna 40 minuten lang zitten praten. Maar aan alle leuke dingen komt een eind, dus ook aan dit interview…!


Illustratie © Henk de Nijs

donderdag, mei 01, 2014

Throwback Thursday: Tips voor het daten

Er werd op College ‘de Klop’ onder leerlingen wat afgedate. Liefdesverdriet was soms heel normaal. Net als het wegdromen en zwijmelen op afstand… Daar zijn we tenslotte allemaal tieners voor geweest. Maar, bij de schoolkrant zitten betekent dat je je medeleerlingen ook wel eens de helpende hand kunt reiken als het gaat om dating-advies. Nu was het niet zozeer dating-advies, maar ik had in de krant gelezen dat bloemen, kleuren en sterrenbeelden bij elkaar passen en je daar dus je voordeel mee kunt doen. Dus schreef ik een kleuren en bloemenhoroscoop voor Klop Courant nummer 2 van 1993. Onlangs bewerkte ik dit artikel voor een blog voor Writing Berries, maar het origineel vind je hier!

Kleuren en Bloemen
door Berry de Nijs

Als je uitgaat met een meisje: welke bloemen neem je voor haar mee? Welke kleuren kleding moet je aan? Die rode trui, die groene blouse? En als je met de jongen van je dromen naar de disco gaat, trek je dan die rode of die witte jurk aan? Je hoofd tolt van al die vragen, het antwoordt krijg je van de Klop Courant. De kleuren en bloemen horoscoop:

Vissen
Kleuren: groen en groenblauw
Bloemen: blauw in combinatie met roze en violet. Bijvoorbeeld: rozen, fresia’s en trosanjers

Waterman
Kleuren: blauw
Bloemen: blauw in alle varianten. Ideale boeket: hortensia, kogeldistel, siraar en anemoon (alle in de kleur blauw)

Steenbok
Kleuren: zwart, wit en grijs
Bloemen: vooral serieuze kleuren zoals donkerblauw, wit en bordeauxrood. Hortensia, dahlia en hyacint

Boogschutter
Kleuren: paars
Bloemen: alle rode bloemen, mag in combinatie met geel zijn. Voorkeur: chrysanten, rozen en tulpen

Schorpioen
Kleuren: zwart en rood
Bloemen: gestekelde plantensoorten liefst in rood, violet en blauw van ridderspoor, orchidee en anemoon

Weegschaal
Kleuren: pastelblauw en roze
Bloemen: geel, blauw en wit. Monnikskap, hortensia en chrysanten

Maagd
Kleuren: herstkleuren en wit
Bloemen: er is maar 1 maagdelijke kleur: wit. Roomwit in combinatie met lichtgroen eromheen versterken die reine kleur. Lelies.

Leeuw
Kleuren: bruin en goud
Bloemen: geel en oranje. Gerbera, zonnebloem en narcissen

Kreeft
Kleuren: gebroken wit en zilver
Bloemen: boeket van naturel- en zandkleuren. Hortensia, anemoon en hyacint

Tweelingen
Kleuren: geel
Bloemen: blauw van anemoon tot distel en geel. Tweekleurige bloemen zijn ’t einde, dan hoeft ’t wisselende sterrenbeeld niet te kiezen

Stier
Kleuren: donkerblauw en koper
Bloemen: bonte kleurencombinaties. Anemonen en korenbloemen

Ram
Kleuren: rood
Bloemen: combinatie van rood en geel. Liefst verdoornde bloemen, zoals rode en gele rozen

De kleuren van bloemen hebben ook een betekenis:
Blauw: trouw en overpeinzing
Geel: haat, smart en beproeving
Groen: hoop, jeugd en vruchtbaarheid
Oranje: warmte en rijkdom
Paars: weemoed en ernst
Rood: liefde en hartstocht
Roze: tedere liefde
Wit: reinheid en onschuld

Tot slot nog een paar betekenissen van bloemen:
Roos: vreugde en geluk
Olijftak: verzoening
Lelie: onschuld
Sneeuwklokje: blijde verwachting
Viooltje: deemoed en bescheidenheid
Anjer: grilligheid
Hedera: leven, trouw en gehechtheid

Nu alleen zijn/haar sterrenbeeld uitzoeken! Succes!

donderdag, april 24, 2014

Throwback Thursday: wat een beestenboel

Het laatste artikel uit de Klop Courant nummer 1 was een soort grapje van mij en Stefan (een jongen uit de klas van mijn grote broer die ook dingetjes schreef voor de schoolkrant). Je moet weten dat ‘de Klop’ vlakbij de Klopvaart lag in Utrecht (lag ja, want mijn school is tegen de vlakte gesmeten voor woningbouw) en ook vlakbij de natuur, wat soms wat natuur met zich meebracht. Nu stond er tegenover onze school een zigeunerkamp en die hadden ook wat kleine beestjes rondlopen en op onze school zelf was het ook nogal een beestenboel… Waarbij een bepaald klein diertje veel leraren en leerlingen nogal de stuipen op het lijf joeg. Dat resulteerde in onderstaand artikeltje. Voor ons heel grappig, want Haan en Vink waren ook achternamen van leraren.

College ‘de Klop’ Kinderboerderij
van onze verslaggevers S.C.A. v.d. Berg en B. de Nijs / illustraties H.W. de Nijs

Is het iemand al ‘ns opgevallen dat ’t zo onderhand een echte beestenboel wordt rond en in de school. (En ik praat niet over rotzooi, propjes e.d.).

Laten we een kleine lijst opstellen:
1. Pony
2. Honden
3. Kat in de school
4. Ezels (geen namen)
5. Muizen
6. Haan (dubbel)
7. Slangen (met en zonder bril)
8. Vink (géén Mees)

Om nog even op die muizen terug te komen; ze zijn 10 centimeter lang (zonder staart), met staart 15 centimeter, bloed doorlopen oogjes, donkerbruin van kleur, en ze zijn gevaarlijk.
Wij, van de schoolkrant, adviseren: als je ze ziet (en er geen kat en/of personen in de buurt zijn) ren voor je leven naar ’t dichtstbijzijnde lokaal en ga op een tafel staan. Indien onmogelijk ga aan het bord hangen en, wat ook goed helpt: GA GILLEN!!!


donderdag, april 17, 2014

Throwback Thursday: 10 vragen aan

De rubriek ‘10 vragen aan’ was de manier voor leerlingen om hun leraren beter te leren kennen. Nu hadden we op College ‘de Klop’ een groot schare aan leuke leraren, dus het was eigenlijk best lastig om een leraar te kiezen. Ook vond ik het altijd reuze spannend om voor of na de les naar een leraar toe te lopen om te vragen of hij of zij geïnterviewd wilde worden voor de schoolkrant. Toch waren er genoeg die direct volmondig ‘ja’ zeiden. Zoals meneer van der Meer, mijn geschiedenisleraar. Hij was mijn eerste ‘slachtoffer’ van ’10 vragen aan’, en ook een van de leukste! Helaas heb ik maar een jaartje les van hem gehad (maar mijn andere geschiedenisleraren vond ik ook tof hoor). Overigens de Hament uit dit interview heet Lex Hament en was de conciërge op College ‘de Klop’.

10 vragen aan: Meneer van der Meer, geschiedenisleraar
door Berry de Nijs, V3-2

1. Hoe lang geeft u hier al les?
Meneer van der Meer: ‘Bijna een jaar.’

2. Komt u weleens te laat? En zo ja, waarom?
Van der Meer (grinnikt): ‘Ja, ik had een roosterwijziging gehad en dat was ik vergeten. Dus ik kom aan het eind van het eerste uur op school, vraagt Hament: “Waar was jij?”. Ik was dus vergeten dat ik het eerste uur les moest geven.’

3. Wat vindt u van uw medeleraren?
Van der Meer: ‘Ik vind het aardige mensen, je kan er goed mee praten. In sommige scholen heb je van die vaste groepjes waar je niet tussen komt.’
Heeft u concurrentie van uw collega’s geschiedenis?
Van der Meer: ‘Ik denk het wel. Als Van Hees en Van Osta hun volledige banen terugkrijgen, dan moet ik hier weer weg. En dat is waarschijnlijk na de zomervakantie.’

4. Was u vroeger goed in het vak waar u nu les ingeeft, dus geschiedenis?
Van der Meer: ‘Ik was best redelijk in geschiedenis. In het laatste jaar had ik een meningsverschil met mijn leraar. Ik vond dat ik gelijk had. Dat vind ik nu trouwens nog steeds.’

5. Vindt u uzelf een strenge leraar?
Van der Meer (lacht): ‘Nee, ik vind mijzelf geen strenge leraar.’

6. Wat zijn uw hobby’s?
Van der Meer: ‘Tja… dat is lastig. Ik houd van reizen, niet met een vliegtuig, maar met een boot of een trein. Door Europa of zo.’

7. Wat is uw lievelingseten?
Van der Meer: ‘Als ik het zelf klaarmaak… MACARONI! Het is snel klaar, het is makkelijk en lekker!’

8. Als u mocht kiezen, wat voor een dier zou u dan willen zijn, en waarom?
Van der Meer (heel zelfverzekerd): ‘Een kat, want mijn kat die ligt ’s morgens op een stoel te slapen en als ik ’s middags thuis kom, ligt ie daar nog en dan denk ik: “Dat zou ik ook wel willen, slapen, eten en je verders nergens druk om maken”.’

9. Weet u een leuke anekdote?
Van der Meer: ‘Goh, dat is een moeilijke vraag. Ik gaf les in Bussum en ik besloot om met een tweede klas op excursie naar het Spoorweg Museum te gaan. Aan ’t einde van de dag was ik twee leerlingen kwijt. Ik zoeken in het museum, zelfs laten omroepen. Wat bleek nou, beide leerlingen waren niet mee geweest, ze stonden ’s morgens al bij de verkeerde trein.’

10. Heeft u nog een goede raad voor onze lezers?
Van der Meer: ‘Weer zo’n moeilijke… eh… ik zou graag willen dat de leerlingen de krant zouden lezen, dus niet de strips en de sportpagina’s.’


Illustratie van Henk de Nijs (mijn broer)

donderdag, april 10, 2014

Throwback Thursday: de Klop Courant

Op Twitter, Instagram en zelfs Facebook zie je het fenomeen Throwback Thursday steeds vaker terugkomen. Op donderdag gaan we dan eventjes terug in de tijd en delen met elkaar een gebeurtenis of een foto van weleer. Bijvoorbeeld van jezelf toen je nog een schattige peuter was of van een attractie uit je favoriete park. Een beetje nostalgie kan nooit kwaad, toch? Dus toen ik van de week toch op zoek was naar een oud artikel wat ik ooit voor de Klop Courant had geschreven als basis voor een artikel voor Writing Berries bedacht ik me ineens: waarom typ ik die artikelen niet over en maak er mijn Throwback Thursday’s van? Dan heb ik ze meteen digitaal én ik kan er op mijn blog nogmaals van genieten. Helaas heb ik niet overal foto’s bij (maar mocht ik die nog terugvinden, dan zullen zij ook zeker verschijnen hier op mijn weblog).

Deze week in Throwback Thursday, artikelen uit den ouden doos een interview met Anton Geesink – helaas overleden – gehouden voor het startschot van de jaarlijkse schaatssponsortocht die wij met College ‘de Klop’ altijd hielden. Het interview is afkomstig uit Klop Courant nummer 1, 1993. Dit was voor mij een heel speciaal interview. Ik was pas 14 jaar en het was de eerste bekende Nederlander die ik zou gaan interviewen. Met knikkende knietjes en een bonzend hart kwam ik er al snel achter dat Anton een heel aardige en sympathieke man was, die graag een woordje met ons wilde wisselen. Bovendien kennen mijn opa de Nijs en Anton elkaar. Ze hebben ooit samen tegenelkaar geworsteld. Maar op de vraag wie er nu gewonnen had, zei hij: ‘Vraag dat maar aan je opa.’

Het interview met Anton Geesink
door: Berry de Nijs

Het is weer zover: de schaatssponsortocht. Dit jaar trokken we de schaatsen aan voor de straatkinderen in Brazilië. Meneer Boekraad had weer ‘ns zijn best gedaan om iemand te vinden die het startschot zou geven. Een rasechte Utrechter: Anton Geesink. Wij, van de Klop Courant, hadden een interview met hem.

1. Wat vindt u van de schaatssponsortocht?
Anton Geesink: ‘Leuk idee, fantastisch.’

2. Wat vindt u van het doel waar het geld naartoe gaat?
Anton: ‘Het Brazilië project spreekt mij aan. Ik werd in 1965 Wereldkampioen in Brazilië. Ik werd door een missionaris gevraagd om mee te helpen aan een plan om een school te bouwen, ik heb daar aan mee geholpen. Daarom vind ik dit een goed doel.’

3. Wat was uw eerste reactie toen u gevraagd werd om het startschot te geven?
Anton: ‘Dat vond ik erg leuk.’

4. Heeft u vroeger ook andere sporten beoefend dan judo?’
Anton: ‘Ja, ik heb vroeger een beetje gezwommen, gevoetbald en ook geworsteld.’

5. Hoe bent u er zo toegekomen om te gaan judoën?
Anton: ‘Ik zag een demonstratie van het judo. Ik vond het leuk en toen ben ik gestopt met zwemmen en voetballen en ik heb me op het judo gericht.’
Hoe oud was u toen?
Anton: ‘Ik was 14 jaar.’

6. U bent lid van het Internationaal Olympisch Comité. Kunt u vertellen wat uw werk inhoudt?
Anton: ‘Wij vergaderen een paar keer per jaar en dan maken we plannen, die plannen leggen we dan voor aan de commissie.’

7. Wat vindt u van de limieten die de Nederlandse topsporters moeten halen om naar de Spelen te mogen?
Anton: ‘Tja, het moet.’

8. Moest u in 1964, toen uzelf naar de Spelen in Tokio ging, ook aan een limiet voldoen?
Anton: ‘Ja, je moest minstens Nederlands kampioen zijn om naar een Spelen te mogen. Ik was Nederlands en Europees kampioen.’

9. Gaan er niet te veel Bobo’s mee naar de Spelen?
Anton: ‘Nee, maar ze moeten wel een sportachtergrond hebben.’

10. Toen u in 1964 de Olympische Spelen won, werd er een straat naar u vernoemd. Vond u dat leuk?
Anton: ‘Je realiseert het je niet echt. Toen ik Olympisch kampioen werd gebeurde er zoveel leuke dingen. En dit was er één van.’

11. Wat doet u nog meer naast uw werk bij het I.O.C.?
Anton: ‘Niets, dit werk neemt alles in beslag.’

Meneer Geesink wordt geroepen om het startschot te geven. Hij gaat naar de plaats toe waar alle deelnemers al staan te wachten op het startschot. Even later horen we een knal en alle schaatsers gaan op weg. Anton Geesink gaat weer weg, hij moest nog ergens anders heen…

*Edit*: foto gevonden! Kijk mij eens lachen!

B'Day Countdown