Het startschot voor de schaatssponsortocht werd dit jaar gegeven door de aanvoerder van FC Utrecht. Met knikkende knietjes stapte ik er met mijn vriendinnetje op af om te vragen of hij alsjeblieft een interview wilde doen. Het koste een paar ‘alsjeblieft’-jes, maar toen stemde hij toch in. We hadden maar kort, dus de vragen moesten snel gesteld worden. Het leverde nog een komisch tafereel op, want mijn vriendinnetje – een kop kleiner dan mij – die hanteerde de dictafoon en Johan… tja… die was erg lang. Dus ze moest soms haar arm erg strekken. Maar het leverde een leuk interview op, waar ik best wel trots op was.
Een sportief interview met:
Johan de Kock
Aanvoerder van FC Utrecht
Tekst: Berry de Nijs V4-2
Het is maandag 21 februari 1994. De jaarlijkse schaatssponsortocht wordt gereden. Het startschot wordt gegeven door Johan de Kock van FC Utrecht.
Hij vindt het een goede zaak om je voor een goed doel in te zetten. En hij vindt het leuk om het startschot te geven, anders was hij er niet geweest.
Johan was opgebeld door meneer Esayas (maatschappijleer) met de vraag of hij het startschot wilde geven.
‘En ik wilde dat graag doen,’ zegt de Kock. Ook vertelde hij dat meneer Boekraad (aardrijkskunde) nog langs was geweest op de training.
Zelf schaatst hij ook wel eens: ‘Maar ik heb nu niet zoveel tijd om zelf te schaatsen.’ (door de PTT Telecompetitie – red.) ‘Maar,’ zo gaat hij verder, ‘als ik tijd heb en als er ijs ligt, ga ik wel eens schaatsen.’
Voetballen is altijd zijn jongensdroom geweest, waar hij langzaam naar toe is gegroeid. Hij voetbalt al zeven jaar bij FC Utrecht, daarvoor speelde hij drie jaar bij FC Groningen en daarvoor bij de amateurs.
Johan de Kock heeft een keer in het Nederlands elftal gestaan. Ik vroeg of hij nog eens benaderd zou worden door Dick Advocaat. (Voor de niet-voetbalfanaten onder ons, Dick is de bondscoach van het Nederlands elftal – red.) ‘Ik hoop het wel,’ antwoordt Johan, ‘ik weet niet of het gebeurd, maar ik hoop het in ieder geval wel.’
Hij hoopt ook dat het Nederlands elftal het heel ver zal schoppen in Amerika.
En omdat het thema van deze schoolkrant agressie is, stel ik daar ook een aantal vragen over. Zoals over de agressiviteit onder de supporters: ‘Een beetje meeleven van supporters is leuk, maar dat moet niet overslaan in agressiviteit.’
En over wat FC Utrecht er aan doet: ‘Het Stadion (Galgenwaard, red.) is op zich heel veilig. De verschillende groepen van supporters worden er namelijk gescheiden.’
En of de agressiviteit minder wordt: ‘In het Utrecht stadion gebeurd er door middel van goede veiligheid al heel weinig. Maar alles wat er gebeurt is al te veel natuurlijk.’
En of hij zelf weleens agressief wordt, als er in het nadeel van FC Utrecht wordt gefloten voor een overtreding, terwijl er echt niets aan de hand was: ‘Agressief niet, boos wel.’
‘En tot slot, heeft u nog een sportieve raad voor onze lezers?’ vraag ik. Dit was zijn antwoord: ‘Aan sport doen is goed voor je lichaam en geest. Ik denk dat dat een goede raad is: Doe aan sport!’
Ik bedank hem en vraag nog om een handtekening, die ik ook van hem krijg. Hij gaat naar buiten en geeft het startschot, de sponsortocht begint en Johan vertrekt naar de training.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie! Reacties worden voor plaatsing eerst ter goedkeuring voorgelegd aan de auteur.