Het tweede nummer van de Klop Courant bevatte uiteraard weer een ouderwetse ‘10 vragen aan’. Dit keer interviewde ik Meneer Hulsebosch, leraar Nederlands. Ik had zelf geen les van hem, maar kende hem wel van bijvoorbeeld buitenschoolse activiteiten. Ook kwam hij altijd even kijken als we met de Klop Courant bezig waren (dat deden wel meer leraren die bijvoorbeeld wilden weten of ze al in de top 10 Best Geklede Docent stonden bijvoorbeeld) en mijn broer had les van hem. Dus vroeg ik of hij het leuk vond om geïnterviewd te worden door mij voor de schoolkrant, en ja… dat wilde hij wel. Een van de leukste en meest karakteristieke leraren van De Klop (naar mijn mening dan) en dat leverde een heel leuk gesprek op. Met toelichting: de zesde klas is nu de huidige groep 8.
10 vragen aan: Meneer Hulsebosch
door: Berry de Nijs
Het is woensdag 12 mei. Normaal heb ik het eerste uur vrij, maar vandaag niet. Vandaag heb ik het eerste uur een interview met meneer Hulsebosch. Ik ontmoet hem in de kantine en even later zitten we op een bankje voor de school…heerlijk in het zonnetje…
1. Meneer Hulsebosch, hoe lang geeft u hier al les?
Meneer Hulsebosch: ‘Dat moet ik even uitrekenen. Ik ben hier in 1972 aangekomen. Ik denk 20 jaar. O nee…’ Dan mompelt hij iets in zichzelf en komt dan tot de conclusie: ’20 jaar, denk ik.’
2. Komt u weleens te laat?
Hulsebosch: ‘Ik kom nooit te laat! Nee, daar ben ik een enorme tut in, maar ik kom nooit te laat. Ik ben wel vaak ziek, maar ik kom nooit te laat. Dat vind ik zo’n beetje het ergste wat er is. Maar dat ligt aan mij hoor.’
3. Wat vindt u van uw medeleraren?
Hulsebosch: (lange stilte) ‘Ai, eh… verreweg de meeste daar kan ik heel goed mee opschieten.’
Zit er concurrentie tussen?
Hulsebosch: ‘Nee, er is geen concurrentie, er is wel een zogenaamde strijd tussen meneer de Vries en mij, zo van een club Hulsebosch aanhangers en een club de Vries aanhangers. Maar dat is gewoon door meneer de Vries en mij aangewakkerd.’
4. Was u vroeger goed in Nederlands?
Hulsebosch: ‘Ik heb in de zesde klas heerlijk geslapen onder Nederlands. Ik was er wel goed in, ik had ook altijd wel een 8, maar ik heb heerlijk geslapen, want het was ontzettend saai.’
5. Vindt u uzelf een strenge leraar?
Hulsebosch: (stilte) ‘Nou, dat is heel gek, het lijkt van niet, maar ’t is van wel. Eh… het lijkt heel aardig enzo, maar er gebeurt toch voor 90 of meer procent wat ik wil. En dan ben ik in dat opzicht wel streng.’
6. Wat zijn uw hobby’s?
Hulsebosch: ‘Oh God, ik heb er wel een hoop hoor.’ (stilte) ‘Mijn hobby’s zijn: muziek, lezen, naar sport kijken op t.v., ik heb vroeger veel getennist maar dat doe ik op ’t ogenblik niet meer, eh… lekker eten, rode wijn, pijp roken en wat ik ontzettend graag die is in de vakantie in de bergen rondtrekken.’
7. Wat is uw lievelingseten en waarom?
Hulsebosch: (zonder lang na te denken) ‘Nieuwe Haring met Jonge Jenever, want ’t smaakt ontzettend lekker.’
8. Als u mocht kiezen, welk dier zou u willen zijn en waarom?
Hulsebosch: (lacht) ‘Ontzettend leuke vraag. Wat zou ik willen zijn? Ik zou het liefst een olifantje willen zijn, omdat ze ontzettend gezellig en sociaal denkend zijn. ze hangen aan elkaar en ze zijn niet agressief, alleen als ze geprikkeld worden. Dat vind ik ontzettend leuke dieren, echt leuk ja.’
9. Weet u een leuke anekdote?
Hulsebosch: (lacht) ‘Oh God, welke, welke? Ik weet het niet meer hoor.’ Hij denkt diep na, momeplt weer iets over jaartallen en dan komt het antwoord: ‘In 1982 hebben een aantal van mijn collega’s geprobeerd mijn les geheel in de war te schoppen. Ik had toen een buitengewone brave brugklas. Eerst kwam mevrouw Arns, die nu van school is, binnen en zei: “Meneer Hulsebosch u zal wel een kopje koffie lusten.” “O ja hoor,” zei ik. Ik was met grammatica bezig in de brugklas en ik mompelde: “Zin 2.” En dat moesten ze dan opschrijven. Een minuut later kwam Kees Blaas: “Meneer Hulsebosch u zal er ook wel suiker in willen hebben.” “O, zeker meneer Blaas,” zei ik. “Jongens heeft iedereen zin 2, dan herhaal ik hem nog een keer.” Binnen 10 minuten hadden ze alle planten uit de lerarenkamer gehaald en die in een halve cirkel om mijn lessenaar heen gezet, dus ik zag geen kind meer. En ik mompelde gewoon tussen die blaadjes door. En die kinderen bleven dus gewoon doorgaan. achter mij werd op ’t bord geschreven: IK BEN DE BESTE, O WAT BEN IK GEWELDIG! Reageerde ik ook niet op. Toen werd er een stoel gehaald met van die draaipootjes, want ik zat zo ongelukkig. En dit gebeurde wel eens vaker.’
10. Heeft u og een goede raad voor de lezers?
Hulsebosch: ‘Ik vind dat ze zo moeten blijven zoals ze zijn.’
En dat noem ik nog eens een goed advies. We hebben bijna 40 minuten lang zitten praten. Maar aan alle leuke dingen komt een eind, dus ook aan dit interview…!
Illustratie © Henk de Nijs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie! Reacties worden voor plaatsing eerst ter goedkeuring voorgelegd aan de auteur.