Aan de kant... deel 2
Gisteren ging ik eerder weg van werk, omdat ik voor een voetblessure bij de huisarts moest zijn. Keevie had benzine nodig, dus voordat ik de snelweg met hem opdraaide, eerst even tanken.
Althans... dat was de bedoeling. We stopten bij de pomp en ik wilde uitstappen, stond er ineens een grote vrachtwagen achter me. De chauffeur stapte uit en zie: 'Wat doe jij nou?' Tanken, malloot, dat zie je toch! 'Nu blokkeer ik de hele boel,' voegde hij er nog aan toe. Ja duh! Mijn tank zit rechts en kan ik het helpen dat de weg zo smal is. Ik dacht: hij moet er even door. Geen paniek en zei: 'Ga er dan maar even langs, rij ik wel even opzij.' Dus wij reden een stukkie naar voren, reed hij ook een stukkie naar voren, stopte, stapte uit en trok handschoenen aan om te tanken! Hij pikte dus gewoon de pomp in. Ik was verbouwereerd en kwaad tegelijk, Keevie kon niet meer achteruit naar een andere pomp (want meneer blokkeerde de boel), dus dachten wij: 'Loop maar lekker naar de pomp, we tanken straks wel.' En raceten de snelweg op naar de huisarts.
Gelukkig bleek mijn blessure niet ernstig te zijn en kon ik met Keevie naar een benzinepomp. Althans... dat dacht ik. Net op weg kuchte Keevie dat hij geen energie meer had. Pruttelde en stond stil. Arme Keevie...
Ik sprong eruit, duwde hem van de weg af het fietspad op en wilde hem de stoep (een randje van vijf centimeter hooguit) opduwen, zodat hij niet in de weg zou staan.
Arme ik... Krijg jij maar eens een zwaar Keevie de stoep op! En niemand die even van zijn fiets springt of uit de auto stapt. Eén aardige meneer stapte wel uit, terwijl hij voor het stoplicht stond, en hielp mij Keevie op het stoepje te zetten.
Zo, die was veilig. Knipperlichtjes aan. Wat nu?
Mama, door het headsetje in mijn oor, adviseerde naar het dichtstbijzijnde benzinestation te lopen, een jerrycan te kopen en die vol te tanken. Dat heb ik gedaan. Bij het benzinestation hadden ze echter geen jerrycans. Een geluk dat het bij het Winkelcentrum was en bij een filiaal van Halfords (je weet wel: En wat heeft hij van Halfords? Een sticker op zijn auto!) wel een vijf liter jerrycan. Dus ik snel (zo goed als dat ging) terug naar het benzinestation, de can gevuld, teruggelopen naar Keevie, die hevige dorst had, maar wel zijn oranje lichtjes alle vier tegelijk in een monotoon ritme aan de buitenwereld liet zien. Na de vijf liter erin te hebben gegoten ben ik met hem naar 'mijn' benzinepompje (met zo'n schelp) gereden, waar ik hem tot zijn nekje heb gevuld.
De jongen achter de toonbank liet mijn baalgevoel als sneeuw voor de zon smelten en maakte mijn en Keevies dag weer helemaal goed: 'Wat een prachtige auto heb jij! Hij staat helemaal te glimmen.'
Dank je wel aardige pompmedewerker. Je wist het niet, maar dat was wat Keevie & Ik even nodig hadden.
Ach... de hele gebeurtenis zal wel weer ergens goed voor zijn geweest. Waarvoor? Tja, daar komen we misschien niet achter, maar het is een wijsheid van mama die ik zeer ter harte neem. Maarre... Keevie & Ik gaan veel liever voor een sirene aan de kant...