Bevroren ruitjes
Elke morgen als ik de garagedeur open en Keevie zie staan, ben ik weer blij. Blij dat ik mijn eigen Kevertje bezit, maar nu vooral dat ik niet bij dat deel van de autorijdende bevolking hoor dat ’s morgens staat te krabben! Geschaaf en geschraap op de autoruitjes, met handschoenen aan of rood verkleumde vingers, ronkende motors en dampende uitlaten. Ja, het is wat als het vriest! Keev heeft daar lekker geen last van. Ik start hem en hij gaat luid ronkend met mij mee de snelweg op naar het werk. Daar parkeer ik hem voor de deur en dan kijk ik overdag nog wel eens op zijn bolletje naar beneden. Dan merk ik hoeveel collega’s wel die ochtend hebben moeten krabben om met schone ruiten veilig op pad te kunnen gaan. Hoe ik dat zie? Simpel: de daken zijn wit aangeslagen, behalve die van Keevie. Daarentegen als ’s avonds het vocht van het bos opeens toeslaat… Sta ik alsnog bevroren ruitjes schoon te maken…