deel 1 verjaardagen
Wat is dat toch met de vooravond van verjaardagen dat je je altijd weer net kind voelt, omdat je zo ontzettend nieuwsgierig bent naar je cadeautjes? Oftewel: haalt een verjaardag met het jaar het kind in je boven? Of komt het doordat je (net als in de Efteling) ongegeneerd kinderlijk mag doen, omdat het toch je verjaardag is? Allemaal vragen. Misschien weet ik er morgen op mijn verjaardag wel antwoord op...
zaterdag, augustus 31, 2002
vrijdag, augustus 30, 2002
Tomorrow
Morgen
Morgen, is een nieuwe dag
Maar die dag die kan niet komen
Want morgen blijft onaangetast
Een illusie, waar ik van blijf dromen
Morgen, is een nieuwe dag
Maar die dag die kan niet komen
Want morgen blijft onaangetast
Een illusie, waar ik van blijf dromen
donderdag, augustus 29, 2002
Keevie & Ik
Jubileum
Volgend jaar vieren Keevie en ik Lustrum. Ja, want sinds 28 augustus jl. zijn Keevie en ik al vier jaar bij elkaar. Ik weet het nog goed, de dag dat ik hem kocht. ’s Morgens moest ik eerst naar school (hélemaal naar Den Haag met de trein!), rooster ophalen en elkaar na een lange vakantie weer zien. Er werd nog gevraagd of ik mee ging iets drinken, maar ik kon niet. ‘Nee, jongens, ga maar zonder mij. Ik ga zometeen een autootje kopen!’ En niet zomaar een autootje: nee, mijn Lifelong dream: een VW Kever. Dus stress, stress van school (waar blijft die ***tram nu!) naar het station (geen vertraging, alsjeblieft geen vertraging!) naar huis. En een paar dagen voor mijn 20ste verjaardag gaf ik mijzelf een groen metallic Kevertje cadeau! Nu, vlak voor mijn 24ste verjaardag heb ik ter ere van ons vierjarig jubileum een ritje met Keev gemaakt. Met onze favoriete muziek op de radio natuurlijk. Volgend jaar hebben we Lustrum en ik weet al precies wat ik hem ga geven… Maar wat dat is verklap ik nog niet, je weet maar nooit of iemand de verrassing stiekem aan Keevie doorverteld…
Volgend jaar vieren Keevie en ik Lustrum. Ja, want sinds 28 augustus jl. zijn Keevie en ik al vier jaar bij elkaar. Ik weet het nog goed, de dag dat ik hem kocht. ’s Morgens moest ik eerst naar school (hélemaal naar Den Haag met de trein!), rooster ophalen en elkaar na een lange vakantie weer zien. Er werd nog gevraagd of ik mee ging iets drinken, maar ik kon niet. ‘Nee, jongens, ga maar zonder mij. Ik ga zometeen een autootje kopen!’ En niet zomaar een autootje: nee, mijn Lifelong dream: een VW Kever. Dus stress, stress van school (waar blijft die ***tram nu!) naar het station (geen vertraging, alsjeblieft geen vertraging!) naar huis. En een paar dagen voor mijn 20ste verjaardag gaf ik mijzelf een groen metallic Kevertje cadeau! Nu, vlak voor mijn 24ste verjaardag heb ik ter ere van ons vierjarig jubileum een ritje met Keev gemaakt. Met onze favoriete muziek op de radio natuurlijk. Volgend jaar hebben we Lustrum en ik weet al precies wat ik hem ga geven… Maar wat dat is verklap ik nog niet, je weet maar nooit of iemand de verrassing stiekem aan Keevie doorverteld…
Schapen...
Wolkjes...
Wolkjes, ze drijven voorbij
Voorbij aan mij
en mijn gedachten
Wolkjes, ze drijven voorbij
En mijn gedachten
nemen ze mee
Wolkjes, ze drijven voorbij
En mijn hoofd?
Gedachtenloos
Wolkjes, ze drijven voorbij
Voorbij aan mij
en mijn gedachten
Wolkjes, ze drijven voorbij
En mijn gedachten
nemen ze mee
Wolkjes, ze drijven voorbij
En mijn hoofd?
Gedachtenloos
woensdag, augustus 28, 2002
Keevie & Ik
Wasstraat – deel 1
Het liefste was ik Keevie met de tuinslang, spons en liters water. Zelf dus. Op een warme zomer- of zondagmiddag. Niet alleen effectief: Keevie gaat er mooi van glanzen. Maar ook lekker verkoelend. Al is het soms ook wel handig om met hem naar een wasstraat te gaan.
Wasstraten zijn leuk. Vooral als je in de auto mag blijven zitten en dan al die borstels en zeemstrippen op de auto hoort kloppen of er langs hoort gaan. Net alsof er honderden kleine voetjes hard over het bolle dakje rennen. Lekker kijken en even helemaal niets doen.
In Utrecht is nog niet zo heel lang geleden een nieuwe wasstraat geopend. Een hele Amerikaanse. Ik lees erover in de krant en besluit met Keevie ernaartoe te rijden. Het is verder weg dan de wasstraat op het winkelcentrum, maar hé, ik heb een bon voor een gratis wasbeurt.
Ik rij met Keevie naar binnen, een straat door en aan het einde van de straat wordt de deur open gedaan. ‘Stapt u maar uit.’
Uitstappen? In wasstraten moet je toch de auto op de band rijden en dan genieten van al die borstels enzo? Nou vooruit dan maar. Ik graai mijn mobieltje en rijbewijs nog even mee en stap uit. Keevie in zijn vrij wordt op de lopende band geduwd en daar ging hij, heel alleen de wasstraat in…
De enige weg naar de andere kant van de wasstraat is, heel slim, door het winkeltje. Rechts van mij zijn allemaal ramen. En kijk eens wie daar onder het sop onder de borstels door sukkelt? Keevie! Dat is echt een leuk gezicht. En weer eens wat anders. Dus ik plak mijn neus op de ruit en kijk naar mijn Kevertje, totdat hij uit het zicht is verdwenen. Hup naar het volgende raam. Het laatste stukje kan ik niet zien en ga mijn bon bij de kassa inleveren. Daarna met smart wachten bij de uitgang van de wasstraat.
En ja hoor, achter de laatste kloppende zemen zie ik zijn glinsterende chroom, zijn diepkleurende lak, zijn groene bolletje. Hij wordt droog geblazen en de laatste druppels van de deuren geveegd. Dan mag ik weer instappen en dat doe ik maar al te graag. Want hoe leuk het ook is om naar Keevie te kijken, ik zit toch het allerliefste achter het stuur!
Het liefste was ik Keevie met de tuinslang, spons en liters water. Zelf dus. Op een warme zomer- of zondagmiddag. Niet alleen effectief: Keevie gaat er mooi van glanzen. Maar ook lekker verkoelend. Al is het soms ook wel handig om met hem naar een wasstraat te gaan.
Wasstraten zijn leuk. Vooral als je in de auto mag blijven zitten en dan al die borstels en zeemstrippen op de auto hoort kloppen of er langs hoort gaan. Net alsof er honderden kleine voetjes hard over het bolle dakje rennen. Lekker kijken en even helemaal niets doen.
In Utrecht is nog niet zo heel lang geleden een nieuwe wasstraat geopend. Een hele Amerikaanse. Ik lees erover in de krant en besluit met Keevie ernaartoe te rijden. Het is verder weg dan de wasstraat op het winkelcentrum, maar hé, ik heb een bon voor een gratis wasbeurt.
Ik rij met Keevie naar binnen, een straat door en aan het einde van de straat wordt de deur open gedaan. ‘Stapt u maar uit.’
Uitstappen? In wasstraten moet je toch de auto op de band rijden en dan genieten van al die borstels enzo? Nou vooruit dan maar. Ik graai mijn mobieltje en rijbewijs nog even mee en stap uit. Keevie in zijn vrij wordt op de lopende band geduwd en daar ging hij, heel alleen de wasstraat in…
De enige weg naar de andere kant van de wasstraat is, heel slim, door het winkeltje. Rechts van mij zijn allemaal ramen. En kijk eens wie daar onder het sop onder de borstels door sukkelt? Keevie! Dat is echt een leuk gezicht. En weer eens wat anders. Dus ik plak mijn neus op de ruit en kijk naar mijn Kevertje, totdat hij uit het zicht is verdwenen. Hup naar het volgende raam. Het laatste stukje kan ik niet zien en ga mijn bon bij de kassa inleveren. Daarna met smart wachten bij de uitgang van de wasstraat.
En ja hoor, achter de laatste kloppende zemen zie ik zijn glinsterende chroom, zijn diepkleurende lak, zijn groene bolletje. Hij wordt droog geblazen en de laatste druppels van de deuren geveegd. Dan mag ik weer instappen en dat doe ik maar al te graag. Want hoe leuk het ook is om naar Keevie te kijken, ik zit toch het allerliefste achter het stuur!
Abonneren op:
Posts (Atom)