
Deze week in Throwback Thursday, artikelen uit den ouden doos een interview met Anton Geesink – helaas overleden – gehouden voor het startschot van de jaarlijkse schaatssponsortocht die wij met College ‘de Klop’ altijd hielden. Het interview is afkomstig uit Klop Courant nummer 1, 1993. Dit was voor mij een heel speciaal interview. Ik was pas 14 jaar en het was de eerste bekende Nederlander die ik zou gaan interviewen. Met knikkende knietjes en een bonzend hart kwam ik er al snel achter dat Anton een heel aardige en sympathieke man was, die graag een woordje met ons wilde wisselen. Bovendien kennen mijn opa de Nijs en Anton elkaar. Ze hebben ooit samen tegenelkaar geworsteld. Maar op de vraag wie er nu gewonnen had, zei hij: ‘Vraag dat maar aan je opa.’
Het interview met Anton Geesink
door: Berry de Nijs
Het is weer zover: de schaatssponsortocht. Dit jaar trokken we de schaatsen aan voor de straatkinderen in Brazilië. Meneer Boekraad had weer ‘ns zijn best gedaan om iemand te vinden die het startschot zou geven. Een rasechte Utrechter: Anton Geesink. Wij, van de Klop Courant, hadden een interview met hem.
1. Wat vindt u van de schaatssponsortocht?
Anton Geesink: ‘Leuk idee, fantastisch.’
2. Wat vindt u van het doel waar het geld naartoe gaat?
Anton: ‘Het Brazilië project spreekt mij aan. Ik werd in 1965 Wereldkampioen in Brazilië. Ik werd door een missionaris gevraagd om mee te helpen aan een plan om een school te bouwen, ik heb daar aan mee geholpen. Daarom vind ik dit een goed doel.’
3. Wat was uw eerste reactie toen u gevraagd werd om het startschot te geven?
Anton: ‘Dat vond ik erg leuk.’
4. Heeft u vroeger ook andere sporten beoefend dan judo?’
Anton: ‘Ja, ik heb vroeger een beetje gezwommen, gevoetbald en ook geworsteld.’
5. Hoe bent u er zo toegekomen om te gaan judoën?
Anton: ‘Ik zag een demonstratie van het judo. Ik vond het leuk en toen ben ik gestopt met zwemmen en voetballen en ik heb me op het judo gericht.’
Hoe oud was u toen?
Anton: ‘Ik was 14 jaar.’
6. U bent lid van het Internationaal Olympisch Comité. Kunt u vertellen wat uw werk inhoudt?
Anton: ‘Wij vergaderen een paar keer per jaar en dan maken we plannen, die plannen leggen we dan voor aan de commissie.’
7. Wat vindt u van de limieten die de Nederlandse topsporters moeten halen om naar de Spelen te mogen?
Anton: ‘Tja, het moet.’
8. Moest u in 1964, toen uzelf naar de Spelen in Tokio ging, ook aan een limiet voldoen?
Anton: ‘Ja, je moest minstens Nederlands kampioen zijn om naar een Spelen te mogen. Ik was Nederlands en Europees kampioen.’
9. Gaan er niet te veel Bobo’s mee naar de Spelen?
Anton: ‘Nee, maar ze moeten wel een sportachtergrond hebben.’
10. Toen u in 1964 de Olympische Spelen won, werd er een straat naar u vernoemd. Vond u dat leuk?
Anton: ‘Je realiseert het je niet echt. Toen ik Olympisch kampioen werd gebeurde er zoveel leuke dingen. En dit was er één van.’
11. Wat doet u nog meer naast uw werk bij het I.O.C.?
Anton: ‘Niets, dit werk neemt alles in beslag.’
Meneer Geesink wordt geroepen om het startschot te geven. Hij gaat naar de plaats toe waar alle deelnemers al staan te wachten op het startschot. Even later horen we een knal en alle schaatsers gaan op weg. Anton Geesink gaat weer weg, hij moest nog ergens anders heen…
*Edit*: foto gevonden! Kijk mij eens lachen!

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie! Reacties worden voor plaatsing eerst ter goedkeuring voorgelegd aan de auteur.